Übersicht
Niederländisch nach Französisch:   mehr Daten
  1. aan elkaar zittend:


Niederländisch

Detailübersetzungen für aan elkaar zittend (Niederländisch) ins Französisch

aan elkaar zittend:

aan elkaar zittend Adjektiv

  1. aan elkaar zittend (vastzittend)
    attaché; fixé

Übersetzung Matrix für aan elkaar zittend:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
attaché aanknopen; attaché
ModifierVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
attaché aan elkaar zittend; vastzittend aaneengehecht; aangehecht; aangevoegd; aanhangend; aanhankelijk; geboeid; gehecht; gekoppeld; opgebonden; vastgebonden; vastgehecht; vastgemaakt; verbonden; verkleefd; verknocht
fixé aan elkaar zittend; vastzittend aaneengehecht; aangehecht; aangeplakt; aangevoegd; geboeid; geconcentreerd; gekoppeld; op één punt gericht; vastgebonden; vastgehecht; vastgemaakt; verbonden

Verwandte Übersetzungen für aan elkaar zittend