Französisch
Detailübersetzungen für exciteren (Französisch) ins Niederländisch
exciteren: (*Wort und Satz getrennt)
- excité: heet; geil; opgewonden; hitsig; seksueel opgewonden; levendig; verhit; geagiteerd; opgefokt; opgehitst; heftig; vurig; gepassioneerd; hartstochtelijk; met hevige passie
- rené: herboren
- exciter: opwekken; stimuleren; prikkelen; opwinden; aanmoedigen; aanzetten; toejuichen; bezielen; aanvuren; opfokken; ophitsen; opruien; opvrijen; aanzetten tot; provoceren; instigeren; aansporen; motiveren; aanwakkeren; stoken; bemoedigen; aanjagen; opstoken; animeren; porren; opjutten; poken; aanblazen; aanstoken; oppoken; opporren; toemoedigen; iets aanstoken