Übersicht
Niederländisch nach Französisch:   mehr Daten
  1. aantekenen:
  2. Wiktionary:


Niederländisch

Detailübersetzungen für aantekenen (Niederländisch) ins Französisch

aantekenen:

aantekenen Verb (teken aan, tekent aan, tekende aan, tekenden aan, aangetekend)

  1. aantekenen (verzet aantekenen)
    faire opposition; appeler; mentionner
    • appeler Verb (appelle, appelles, appelons, appelez, )
    • mentionner Verb (mentionne, mentionnes, mentionnons, mentionnez, )
  2. aantekenen (op schrift stellen; registreren; noteren; optekenen; boeken)
    consigner; mettre par écrit; coucher par écrit; mettre à l'écrit
    • consigner Verb (consigne, consignes, consignons, consignez, )

Konjugationen für aantekenen:

o.t.t.
  1. teken aan
  2. tekent aan
  3. tekent aan
  4. teken aan
  5. teken aan
  6. teken aan
o.v.t.
  1. tekende aan
  2. tekende aan
  3. tekende aan
  4. tekenden aan
  5. tekenden aan
  6. tekenden aan
v.t.t.
  1. heb aangetekend
  2. hebt aangetekend
  3. heeft aangetekend
  4. hebben aangetekend
  5. hebben aangetekend
  6. hebben aangetekend
v.v.t.
  1. had aangetekend
  2. had aangetekend
  3. had aangetekend
  4. hadden aangetekend
  5. hadden aangetekend
  6. hadden aangetekend
o.t.t.t.
  1. zal aantekenen
  2. zult aantekenen
  3. zal aantekenen
  4. zullen aantekenen
  5. zullen aantekenen
  6. zullen aantekenen
o.v.t.t.
  1. zou aantekenen
  2. zou aantekenen
  3. zou aantekenen
  4. zouden aantekenen
  5. zouden aantekenen
  6. zouden aantekenen
diversen
  1. teken aan!
  2. tekent aan!
  3. aangetekend
  4. aantekenende
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für aantekenen:

VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
appeler aantekenen; verzet aantekenen aanroepen; appelleren; appèl aantekenen; bellen; benoemen; beroep doen op; bestempelen; betitelen; binnen halen; binnenroepen; dagvaarden; door de telefoon praten; een naam geven; erbij halen; erbij roepen; iemand opbellen; inroepen; laten komen; noemen; ontbieden; opbellen; oproepen; praaien; roepen; sommeren; telefoneren; telefoontje plegen; tevoorschijn roepen; toeroepen; vernoemen
consigner aantekenen; boeken; noteren; op schrift stellen; optekenen; registreren boeken; consigneren; in consignatie zenden; noteren; opschrijven; optekenen; registreren; ter bewaring geven; vastleggen
coucher par écrit aantekenen; boeken; noteren; op schrift stellen; optekenen; registreren
faire opposition aantekenen; verzet aantekenen
mentionner aantekenen; verzet aantekenen benoemen; bestempelen; betitelen; een naam geven; erbij zeggen; gewag maken van; gewagen; melding maken van; noemen; vermelden; vernoemen; zich aanmelden; zich melden; zich opgeven
mettre par écrit aantekenen; boeken; noteren; op schrift stellen; optekenen; registreren op papier zetten
mettre à l'écrit aantekenen; boeken; noteren; op schrift stellen; optekenen; registreren

Wiktionary Übersetzungen für aantekenen:

aantekenen
verb
  1. opschrijven
aantekenen
Cross Translation:
FromToVia
aantekenen noter; note; prendre note — to record in writing

Verwandte Übersetzungen für aantekenen