Niederländisch
Detailübersetzungen für illustreren (Niederländisch) ins Französisch
illustreren:
-
illustreren
Konjugationen für illustreren:
o.t.t.
- illustreer
- illustreert
- illustreert
- illustreren
- illustreren
- illustreren
o.v.t.
- illustreerde
- illustreerde
- illustreerde
- illustreerden
- illustreerden
- illustreerden
v.t.t.
- heb geïllustreerd
- hebt geïllustreerd
- heeft geïllustreerd
- hebben geïllustreerd
- hebben geïllustreerd
- hebben geïllustreerd
v.v.t.
- had geïllustreerd
- had geïllustreerd
- had geïllustreerd
- hadden geïllustreerd
- hadden geïllustreerd
- hadden geïllustreerd
o.t.t.t.
- zal illustreren
- zult illustreren
- zal illustreren
- zullen illustreren
- zullen illustreren
- zullen illustreren
o.v.t.t.
- zou illustreren
- zou illustreren
- zou illustreren
- zouden illustreren
- zouden illustreren
- zouden illustreren
en verder
- is geïllustreerd
- zijn geïllustreerd
diversen
- illustreer!
- illustreert!
- geïllustreerd
- illustrerend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Übersetzung Matrix für illustreren:
Verb | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
illustrer | illustreren | aanschouwelijk maken; begrijpelijk maken; demonstreren; ophelderen; opklaren; toelichten; uitleggen; veraanschouwelijken; verklaren |
Wiktionary Übersetzungen für illustreren:
illustreren
verb
illustreren
-
van afbeeldingen voorzien
- illustreren → illustrer
Computerübersetzung von Drittern:
Französisch
Detailübersetzungen für illustreren (Französisch) ins Niederländisch
illustreren: (*Wort und Satz getrennt)
- illustre: befaamd; aanzienlijk; trots; indrukwekkend; deftig; fier; statig; plechtig; nobel; vorstelijk; majestueus; parmantig; parmant; plechtstatig; beroemd; voornaam; erkend; gerenommeerd; verheven; gewichtig; adelijk; illuster; hooggeplaatst; gedistingeerd; doorluchtig; populair; gewaardeerd; geacht; gevierd; geëerde; geëerd; gerespecteerd; roemrucht; doorluchtige
- rené: herboren
- illustré: stripblad; geïllustreerde
- illustrer: illustreren; uitleggen; verklaren; toelichten; ophelderen; opklaren; begrijpelijk maken; demonstreren; aanschouwelijk maken; veraanschouwelijken
Computerübersetzung von Drittern: