Übersicht
Niederländisch nach Französisch:   mehr Daten
  1. afgelasten:
  2. Wiktionary:


Niederländisch

Detailübersetzungen für afgelasten (Niederländisch) ins Französisch

afgelasten:

afgelasten Verb (gelast af, gelastte af, gelastten af, afgelast)

  1. afgelasten (afzeggen; afblazen)
    annuler
    • annuler Verb (annule, annules, annulons, annulez, )
  2. afgelasten (annuleren; afzeggen; nietig verklaren; afbestellen; intrekken)
    annuler; suspendre; supprimer; révoquer; retirer; résilier; décommander; abandonner
    • annuler Verb (annule, annules, annulons, annulez, )
    • suspendre Verb (suspends, suspend, suspendons, suspendez, )
    • supprimer Verb (supprime, supprimes, supprimons, supprimez, )
    • révoquer Verb (révoque, révoques, révoquons, révoquez, )
    • retirer Verb (retire, retires, retirons, retirez, )
    • résilier Verb (résilie, résilies, résilions, résiliez, )
    • décommander Verb (décommande, décommandes, décommandons, décommandez, )
    • abandonner Verb (abandonne, abandonnes, abandonnons, abandonnez, )

Konjugationen für afgelasten:

o.t.t.
  1. gelast af
  2. gelast af
  3. gelast af
  4. gelasten af
  5. gelasten af
  6. gelasten af
o.v.t.
  1. gelastte af
  2. gelastte af
  3. gelastte af
  4. gelastten af
  5. gelastten af
  6. gelastten af
v.t.t.
  1. heb afgelast
  2. hebt afgelast
  3. heeft afgelast
  4. hebben afgelast
  5. hebben afgelast
  6. hebben afgelast
v.v.t.
  1. had afgelast
  2. had afgelast
  3. had afgelast
  4. hadden afgelast
  5. hadden afgelast
  6. hadden afgelast
o.t.t.t.
  1. zal afgelasten
  2. zult afgelasten
  3. zal afgelasten
  4. zullen afgelasten
  5. zullen afgelasten
  6. zullen afgelasten
o.v.t.t.
  1. zou afgelasten
  2. zou afgelasten
  3. zou afgelasten
  4. zouden afgelasten
  5. zouden afgelasten
  6. zouden afgelasten
diversen
  1. gelast af!
  2. gelast af!
  3. afgelast
  4. afgelastende
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für afgelasten:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
annuler afbestellen; annuleren
VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
abandonner afbestellen; afgelasten; afzeggen; annuleren; intrekken; nietig verklaren afbreken; afhaken; afstand doen; afvallen; afzeggen; afzien; afzien van; bedanken; danken; de brui geven aan; ermee uitscheiden; eruitstappen; gaan; heengaan; in de steek laten; opbreken; opgeven; ophouden; opstappen; staken; stoppen; uitscheiden; verlaten; vertrekken; verwijderen; weggaan
annuler afbestellen; afblazen; afgelasten; afzeggen; annuleren; intrekken; nietig verklaren afspraak afzeggen; annuleren; bedanken; danken; delgen; nullificeren; omruilen; omwisselen; ondervangen; ongedaan maken; ongeldig maken; opheffen; retourneren; ruilen; te niet doen; teniet doen; tenietdoen; terugbrengen; terugdraaien; teruggeven; terugschroeven; terugzenden; verijdelen; vernietigen; verwijderen; verwisselen; wisselen
décommander afbestellen; afgelasten; afzeggen; annuleren; intrekken; nietig verklaren
retirer afbestellen; afgelasten; afzeggen; annuleren; intrekken; nietig verklaren aanwrijven; achteroverdrukken; afnemen; bedaren; bedwingen; beheersen; benemen; beroven van; beschuldigen; beteugelen; blameren; depriveren; gappen; herroepen; iemand iets aanrekenen; iemand iets verwijten; in bedwang houden; inpikken; intomen; intrekken; jatten; kapen; kwalijk nemen; laken; ledigen; leeghalen; leegmaken; leegstelen; loshalen; matigen; nadragen; ontfutselen; ontnemen; ontvreemden; pikken; plunderen; roven; snaaien; stelen; te kort doen; terugkomen op; terugroepen; toeëigenen; uithalen; verdonkeremanen; verdonkeren; verduisteren; vervreemden; voor de voeten gooien; wegkapen; wegnemen; wegpakken; wegpikken; zijn woorden terugnemen
résilier afbestellen; afgelasten; afzeggen; annuleren; intrekken; nietig verklaren afsluiten; bedanken; beëindigen; danken; een einde maken aan; eindigen; ontbinden; opheffen; ophouden; stoppen; uiteen doen gaan
révoquer afbestellen; afgelasten; afzeggen; annuleren; intrekken; nietig verklaren herroepen; intrekken; ontzetten; terugkomen op; terugnemen; terugroepen; uit de macht ontzetten; zijn woorden terugnemen
supprimer afbestellen; afgelasten; afzeggen; annuleren; intrekken; nietig verklaren afbreken; afkrijgen; afmaken; afronden; afschaffen; afschrijven; afwerken; beëindigen; breken; completeren; doden; doodmaken; doodslaan; een einde maken aan; klaarkrijgen; klaarmaken; liquideren; neerhalen; nullificeren; ombrengen; omverhalen; ondervangen; opbreken; opdoeken; opheffen; slopen; teniet doen; uit elkaar halen; uitroeien; van kant maken; verijdelen; vermoorden; vernietigen; verwijderen; volbrengen; volmaken; voltooien; zuur opbreken
suspendre afbestellen; afgelasten; afzeggen; annuleren; intrekken; nietig verklaren afsluiten; beëindigen; een einde maken aan; eindigen; ophangen; ophouden; opknopen; schorsen; stilleggen; stoppen; suspenderen

Verwandte Definitionen für "afgelasten":

  1. het niet door laten gaan1
    • de wedstrijd werd afgelast vanwege het slechte weer1

Wiktionary Übersetzungen für afgelasten:

afgelasten
Cross Translation:
FromToVia
afgelasten suspendre suspend — To discontinue or interrupt a function, task, position, or event