Übersicht
Niederländisch nach Französisch:   mehr Daten
  1. kortwieken:
  2. Wiktionary:


Niederländisch

Detailübersetzungen für kortwieken (Niederländisch) ins Französisch

kortwieken:

kortwieken Verb (kortwiek, kortwiekt, kortwiekte, kortwiekten, gekortwiekt)

  1. kortwieken (haar kort laten knippen)

Konjugationen für kortwieken:

o.t.t.
  1. kortwiek
  2. kortwiekt
  3. kortwiekt
  4. kortwieken
  5. kortwieken
  6. kortwieken
o.v.t.
  1. kortwiekte
  2. kortwiekte
  3. kortwiekte
  4. kortwiekten
  5. kortwiekten
  6. kortwiekten
v.t.t.
  1. heb gekortwiekt
  2. hebt gekortwiekt
  3. heeft gekortwiekt
  4. hebben gekortwiekt
  5. hebben gekortwiekt
  6. hebben gekortwiekt
v.v.t.
  1. had gekortwiekt
  2. had gekortwiekt
  3. had gekortwiekt
  4. hadden gekortwiekt
  5. hadden gekortwiekt
  6. hadden gekortwiekt
o.t.t.t.
  1. zal kortwieken
  2. zult kortwieken
  3. zal kortwieken
  4. zullen kortwieken
  5. zullen kortwieken
  6. zullen kortwieken
o.v.t.t.
  1. zou kortwieken
  2. zou kortwieken
  3. zou kortwieken
  4. zouden kortwieken
  5. zouden kortwieken
  6. zouden kortwieken
en verder
  1. ben gekortwiekt
  2. bent gekortwiekt
  3. is gekortwiekt
  4. zijn gekortwiekt
  5. zijn gekortwiekt
  6. zijn gekortwiekt
diversen
  1. kortwiek!
  2. kortwiekt!
  3. gekortwiekt
  4. kortwiekend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für kortwieken:

VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
rogner les ailes à haar kort laten knippen; kortwieken
rogner les ongles à haar kort laten knippen; kortwieken
tondre les cheveux haar kort laten knippen; kortwieken

Wiktionary Übersetzungen für kortwieken:


Cross Translation:
FromToVia
kortwieken écourter curtail — to cut short an animal's tail
kortwieken abréger; écourter curtail — to shorten or abridge
kortwieken restreindre curtail — to limit or restrict