Übersicht
Niederländisch nach Französisch:   mehr Daten
  1. wegstoten:
  2. Wiktionary:


Niederländisch

Detailübersetzungen für wegstoten (Niederländisch) ins Französisch

wegstoten:

wegstoten Verb (stoot weg, stootte weg, stootten weg, weggestoten)

  1. wegstoten (wegtrappen)
    dégager; chasser à coups de pieds
    • dégager Verb (dégage, dégages, dégagons, dégagez, )

Konjugationen für wegstoten:

o.t.t.
  1. stoot weg
  2. stoot weg
  3. stoot weg
  4. stoten weg
  5. stoten weg
  6. stoten weg
o.v.t.
  1. stootte weg
  2. stootte weg
  3. stootte weg
  4. stootten weg
  5. stootten weg
  6. stootten weg
v.t.t.
  1. heb weggestoten
  2. hebt weggestoten
  3. heeft weggestoten
  4. hebben weggestoten
  5. hebben weggestoten
  6. hebben weggestoten
v.v.t.
  1. had weggestoten
  2. had weggestoten
  3. had weggestoten
  4. hadden weggestoten
  5. hadden weggestoten
  6. hadden weggestoten
o.t.t.t.
  1. zal wegstoten
  2. zult wegstoten
  3. zal wegstoten
  4. zullen wegstoten
  5. zullen wegstoten
  6. zullen wegstoten
o.v.t.t.
  1. zou wegstoten
  2. zou wegstoten
  3. zou wegstoten
  4. zouden wegstoten
  5. zouden wegstoten
  6. zouden wegstoten
diversen
  1. stoot weg!
  2. stoot weg!
  3. weggestoten
  4. wegstotend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für wegstoten:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
dégager wegruimen
VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
chasser à coups de pieds wegstoten; wegtrappen
dégager wegstoten; wegtrappen afscheiden; afvoeren; banen; bevrijden; detacheren; emanciperen; loskrijgen; losmaken; lostornen; loswerken; lozen; scheiden; tewerkstellen; tornen; uithalen; uitscheiden; uitstoten; uittrekken; uitwerpen; uitzenden; verlossen; vrijmaken; vrijvechten


Computerübersetzung von Drittern: