Übersicht
Niederländisch nach Französisch:   mehr Daten
  1. onverbiddelijk:
  2. Wiktionary:


Niederländisch

Detailübersetzungen für onverbiddelijk (Niederländisch) ins Französisch

onverbiddelijk:

onverbiddelijk Adjektiv

  1. onverbiddelijk (onvermurwbaar; onverbiddelijke)
  2. onverbiddelijk (onvermurwbaar; onbuigzaam)

Übersetzung Matrix für onverbiddelijk:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
entêté stijfhoofd; stijfkop
ModifierVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
buté onbuigzaam; onverbiddelijk; onvermurwbaar bokkig; eigenwijs; eigenzinnig; halsstarrig; hardhoofdig; koppig; onbuigzaam; onverzettelijk; onwrikbaar; stijfhoofdig; stijfkoppig
entêté onbuigzaam; onverbiddelijk; onvermurwbaar bokkig; eigengereid; eigenwijs; eigenzinnig; halsstarrig; hardhoofdig; hardleers; koppig; onbuigzaam; onverzettelijk; onwrikbaar; stijfhoofdig; stijfkoppig
impitoyable onbuigzaam; onverbiddelijk; onverbiddelijke; onvermurwbaar barbaars; beestachtig; bikkelhard; bruut; emotieloos; genadeloos; gevoelloos; glashard; haatdragend; hard; hardvochtig; harteloos; ijzerhard; inhumaan; keihard; liefdeloos; meedogeloos; meedogenloos; monsterlijk; onbarmhartig; ongenadig; ongevoelig; onmenselijk; onverzoenlijk; rancuneus; staalhard; steenhard; wraakzuchtig; wreed; zeer hard; zielloos
inexorable onbuigzaam; onverbiddelijk; onverbiddelijke; onvermurwbaar
inflexible onbuigzaam; onverbiddelijk; onverbiddelijke; onvermurwbaar bokkig; koppig; onbuigbaar; onbuigzaam; onvermurwbaar; onverzettelijk; onwillig; stijfkoppig; streng; strikt; stringent; stug; taai; tegendraads; weerbarstig; weerspannig
intraitable onverbiddelijk; onverbiddelijke; onvermurwbaar moeilijk te hanteren; onbestuurbaar; onhandelbaar
irréconciliable onbuigzaam; onverbiddelijk; onvermurwbaar haatdragend; onverzoenlijk; rancuneus; wraakzuchtig

Verwandte Wörter für "onverbiddelijk":


Wiktionary Übersetzungen für onverbiddelijk:

onverbiddelijk
noun
  1. Symbole de la dureté. (2)

Cross Translation:
FromToVia
onverbiddelijk entêté; obstiné; inflexible; rigide; têtu dour — unyielding and obstinate
onverbiddelijk inexorablement; inéluctablement; inévitablement; impitoyablement inexorably — in an inexorable manner; relentlessly