Übersicht
Niederländisch nach Spanisch:   mehr Daten
  1. viezerik:


Niederländisch

Detailübersetzungen für viezerik (Niederländisch) ins Spanisch

viezerik:

viezerik [de ~ (m)] Nomen

  1. de viezerik (smeerlap; zwijn)
    el puerco; el asqueroso; el cochino; el guarro; el marrano; el cerdo

Übersetzung Matrix für viezerik:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
asqueroso smeerlap; viezerik; zwijn deugniet; guit; hondsvot; rakker; snaak; stinkerd
cerdo smeerlap; viezerik; zwijn beer; big; deugniet; guit; jong varken; mannetjesvarken; rakker; roofdier; smeerpijp; smeerpoets; snaak; stinkerd; varken; vuilbek; zwijn
cochino smeerlap; viezerik; zwijn big; deugniet; guit; jong varken; rakker; smeerpijp; smeerpoets; snaak; stinkerd; varken; viespoes; vuilbek; zwijn
guarro smeerlap; viezerik; zwijn big; jong varken; obsceniteit; schooier; schuinheid; sloeber; smeerpijp; smeerpoets; vuilbekkerij; vuile taal; vuilheid; vuiligheid
marrano smeerlap; viezerik; zwijn schooier; sloeber; smeerpijp; smeerpoets
puerco smeerlap; viezerik; zwijn beer; big; deugniet; guit; jong varken; mannetjesvarken; rakker; snaak; stinkerd
ModifierVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
asqueroso afschrikwekkend; afschuwelijk; afschuwwekkend; afstotelijk voor zintuigen; afstotend voor zintuigen; amoreel; dellerig; goor; immoreel; lelijk; monsterlijk; obsceen; onappetijtelijk; onsmakelijk; onverkwikkelijk; onzedelijk; onzedig; ranzig; schuin; schurft hebbend; schurftachtig; schurftig; sletterig; smerig; stuitend; vies; vunzig; walgelijk; weerzinwekkend; zedeloos
cochino goor; met vuil bemorst; morsig; onverkwikkelijk; ranzig; slonzig; slordig; smeerachtig; smerig; stuitend; varkensachtig; vies; viezig; voddig; vuil; vunzig; walgelijk; weerzinwekkend; zwijnachtig
guarro achterbaks; doortrapt; gehaaid; gemeen; geniepig; geraffineerd; geslepen; gewiekst; gluiperig; kliederig; knoeierig; laag; laag-bij-de-grond; laaghartig; leep; listig; morsig; onedel; slinks; sluw; smeerachtig; snood; stiekem; uitgekookt; vuil
puerco bedoezeld; goor; grauw; groezelig; met vuil bemorst; morsig; onverkwikkelijk; ranzig; slonzig; slordig; smeerachtig; smerig; smoezelig; stuitend; vaal; varkensachtig; vies; viezig; voddig; vuil; vunzig; walgelijk; weerzinwekkend; zwijnachtig

Verwandte Wörter für "viezerik":