Übersicht


Niederländisch

Detailübersetzungen für verkwikken (Niederländisch) ins Spanisch

verkwikken:

Konjugationen für verkwikken:

o.t.t.
  1. verkwik
  2. verkwikt
  3. verkwikt
  4. verkwikken
  5. verkwikken
  6. verkwikken
o.v.t.
  1. verkwikte
  2. verkwikte
  3. verkwikte
  4. verkwikten
  5. verkwikten
  6. verkwikten
v.t.t.
  1. ben verkwikt
  2. bent verkwikt
  3. is verkwikt
  4. zijn verkwikt
  5. zijn verkwikt
  6. zijn verkwikt
v.v.t.
  1. was verkwikt
  2. was verkwikt
  3. was verkwikt
  4. waren verkwikt
  5. waren verkwikt
  6. waren verkwikt
o.t.t.t.
  1. zal verkwikken
  2. zult verkwikken
  3. zal verkwikken
  4. zullen verkwikken
  5. zullen verkwikken
  6. zullen verkwikken
o.v.t.t.
  1. zou verkwikken
  2. zou verkwikken
  3. zou verkwikken
  4. zouden verkwikken
  5. zouden verkwikken
  6. zouden verkwikken
diversen
  1. verkwik!
  2. verkwikt!
  3. verkwikt
  4. verkwikkend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für verkwikken:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
amenizar opluisteren; tooien; versieren
animar aanmoedigen; aansporen; aanvuren; aanzetten; prikkel; stimuleren; toejuichen
enfriar afkoelen; verkoelen
refrigerar afkoelen; bekoelen; verkoelen
VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
alegrar blij maken; opfleuren; opmonteren; verkwikken; vrolijker worden blij maken; blijmaken; in verrukking brengen; opvrolijken; plezieren; verblijden; verheugd; verheugen; verrukken
amenizar opfrissen; verfrissen; verkoelen; verkwikken; verlevendigen aangenaam maken; veraangenamen
animar blij maken; opfleuren; opmonteren; verkwikken; vrolijker worden aanblazen; aandrijven; aanjagen; aanleiding geven tot; aanmoedigen; aansporen; aanstoken; aanvuren; aanwakkeren; aanzetten; aanzetten tot; activeren; animeren; bemoedigen; bezielen; doen opvlammen; een inspirerende werking hebben; fleurig maken; iemand motiveren; iemand opstoken; inspireren; instigeren; motiveren; opbeuren; opfleuren; opfokken; ophitsen; opjutten; opkalefateren; opknappen; opkrikken; oplappen; opleven; oppeppen; opruien; opstoken; opvijzelen; opvrolijken; opwekken; opzetten; poken; porren; prikkelen; provoceren; reanimeren; stimuleren; toejuichen; toemoedigen; tot leven wekken; uitdagen; uitlokken; verlevendigen
arreglarse un poco opfrissen; verfrissen; verkoelen; verkwikken; verlevendigen zich opfrissen; zich opknappen; zich verfrissen
darse un refrescón opfrissen; verfrissen; verkoelen; verkwikken; verlevendigen zich opfrissen; zich opknappen; zich verfrissen
enfriar opfrissen; verfrissen; verkoelen; verkwikken; verlevendigen
enfriarse opfrissen; verfrissen; verkoelen; verkwikken; verlevendigen afkoelen; bekoelen; koel worden; koud worden
refrescar opfrissen; verfrissen; verkoelen; verkwikken; verlevendigen afkoelen; fleurig maken; hernieuwen; koel worden; lessen; opfleuren; opnieuw doen; overdoen; restaureren; stillen; verversen; zich opfrissen; zich opknappen; zich verfrissen
refrigerar opfrissen; verfrissen; verkoelen; verkwikken; verlevendigen afkoelen; koel worden; koelen; verkillen; verkoelen
sanar opfrissen; verfrissen; verkoelen; verkwikken; verlevendigen cureren; genezen; gezond maken; opknappen; renoveren; restaureren

Verwandte Übersetzungen für verkwikken