Übersicht
Niederländisch nach Spanisch:   mehr Daten
  1. verderhelpen:


Niederländisch

Detailübersetzungen für verderhelpen (Niederländisch) ins Spanisch

verderhelpen:

verderhelpen Verb (help verder, helpt verder, hielp verder, hielpen verder, verder geholpen)

  1. verderhelpen (vooruithelpen)

Konjugationen für verderhelpen:

o.t.t.
  1. help verder
  2. helpt verder
  3. helpt verder
  4. helpen verder
  5. helpen verder
  6. helpen verder
o.v.t.
  1. hielp verder
  2. hielp verder
  3. hielp verder
  4. hielpen verder
  5. hielpen verder
  6. hielpen verder
v.t.t.
  1. heb verder geholpen
  2. hebt verder geholpen
  3. heeft verder geholpen
  4. hebben verder geholpen
  5. hebben verder geholpen
  6. hebben verder geholpen
v.v.t.
  1. had verder geholpen
  2. had verder geholpen
  3. had verder geholpen
  4. hadden verder geholpen
  5. hadden verder geholpen
  6. hadden verder geholpen
o.t.t.t.
  1. zal verderhelpen
  2. zult verderhelpen
  3. zal verderhelpen
  4. zullen verderhelpen
  5. zullen verderhelpen
  6. zullen verderhelpen
o.v.t.t.
  1. zou verderhelpen
  2. zou verderhelpen
  3. zou verderhelpen
  4. zouden verderhelpen
  5. zouden verderhelpen
  6. zouden verderhelpen
diversen
  1. help verder!
  2. helpt verder!
  3. verder geholpen
  4. verderhelpend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für verderhelpen:

VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
ayudar verderhelpen; vooruithelpen assisteren; avanceren; bijdragen; bijspringen; bijstaan; doorhelpen; handreiken; helpen; iemand vervangen; meehelpen; ondersteunen; promoten; seconderen; verder helpen; weldoen
hacer progresar verderhelpen; vooruithelpen