Übersicht
Niederländisch nach Spanisch:   mehr Daten
  1. toewensen:


Niederländisch

Detailübersetzungen für toewensen (Niederländisch) ins Spanisch

toewensen:

toewensen Verb (wens toe, wenst toe, wenste toe, wensten toe, toegewenst)

  1. toewensen
    desear

Konjugationen für toewensen:

o.t.t.
  1. wens toe
  2. wenst toe
  3. wenst toe
  4. wensen toe
  5. wensen toe
  6. wensen toe
o.v.t.
  1. wenste toe
  2. wenste toe
  3. wenste toe
  4. wensten toe
  5. wensten toe
  6. wensten toe
v.t.t.
  1. heb toegewenst
  2. hebt toegewenst
  3. heeft toegewenst
  4. hebben toegewenst
  5. hebben toegewenst
  6. hebben toegewenst
v.v.t.
  1. had toegewenst
  2. had toegewenst
  3. had toegewenst
  4. hadden toegewenst
  5. hadden toegewenst
  6. hadden toegewenst
o.t.t.t.
  1. zal toewensen
  2. zult toewensen
  3. zal toewensen
  4. zullen toewensen
  5. zullen toewensen
  6. zullen toewensen
o.v.t.t.
  1. zou toewensen
  2. zou toewensen
  3. zou toewensen
  4. zouden toewensen
  5. zouden toewensen
  6. zouden toewensen
en verder
  1. ben toegewenst
  2. bent toegewenst
  3. is toegewenst
  4. zijn toegewenst
  5. zijn toegewenst
  6. zijn toegewenst
diversen
  1. wens toe!
  2. wenst toe!
  3. toegewenst
  4. toewensend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für toewensen:

VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
desear toewensen begeren; hopen; op hopen zetten; spinzen; uitkijken; uitzien; uitzien naar; van hoop vervuld zijn; verlangen; wensen; willen