Übersicht
Niederländisch nach Spanisch:   mehr Daten
  1. scheefgegroeid:


Niederländisch

Detailübersetzungen für scheefgegroeid (Niederländisch) ins Spanisch

scheefgegroeid:

scheefgegroeid Adjektiv

  1. scheefgegroeid
    mal

Übersetzung Matrix für scheefgegroeid:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
mal bezwaar; demon; duivel; grief; het klagen; klacht; kwaad; kwaal; ongemak; ongerief; satan; slepende ziekte; stoornis
ModifierVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
mal scheefgegroeid aan een ziekte lijdend; averechts; boos; furieus; gemeen; kwaad; kwaadwillig; met slechte intentie; min; misselijk; naar; nijdig; onpasselijk; onwel; razend; satanisch; slecht; spinnijdig; toornig; vals; verkeerd; vertoornd; woest; ziedend; ziek

Verwandte Wörter für "scheefgegroeid":

  • scheefgegroeide