Übersicht
Niederländisch nach Spanisch:   mehr Daten
  1. rangschikking:


Niederländisch

Detailübersetzungen für rangschikking (Niederländisch) ins Spanisch

rangschikking:

rangschikking [de ~ (v)] Nomen

  1. de rangschikking (arrangement; indeling; opstelling; schikking; ordening)
    la división; la distribución; la clasificación
  2. de rangschikking (rangschikken)
    la clasificación; el escalafón; la fila; la jerarquía; el clasificar

Übersetzung Matrix für rangschikking:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
clasificación arrangement; indeling; opstelling; ordening; rangschikken; rangschikking; schikking annexatie; assemblage; assembleren; classificatie; hiërarchie; inlijving; karakterisering; klassement; klassenindeling; klassering; montage; rang; rangorde; samenstelling; samenvoeging; typering; volgorde
clasificar rangschikken; rangschikking
distribución arrangement; indeling; opstelling; ordening; rangschikking; schikking afgeven; afgifte; afleveren; aflevering; bestelling; bezorging; distributie; distributiekantoor; geleverde; leverantie; leveren; levering; overhandiging; uitdeling; uitgaaf; uitgifte; uitreiking; uitstrooiing; verspreiding; verstrekking
división arrangement; indeling; opstelling; ordening; rangschikking; schikking afbreking; afdeling; afsplijten; afsplijting; afsplitsen; afsplitsing; aftakking; brigade; departement; detachement; divisie; driesprong; legerafdeling; opdeling; sectie; splitsing; tak; tussenmuurtje; vakgroep; verdeling; vertakking; wegsplitsing
escalafón rangschikken; rangschikking opbouw; ordening; organisatie; samenstelling; structuur; systeem
fila rangschikken; rangschikking aaneenschakeling; chocolade; chocoladereep; gelid; keten; rang; rangorde; record; reeks; reep; rij; rij manschappen; rijtje; serie
jerarquía rangschikken; rangschikking hiërarchie; rang; rangorde; volgorde
VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
clasificar arrangeren; classificeren; ficheren; groeperen; herbergen; huisvesten; iemand onderdak verlenen; indelen; klasseren; onderbrengen; onderdak geven; onderdak verschaffen; ordenen; plaatsen; rangeren; rangordenen; rangschikken; schiften; sorteren; systematiseren; uitzoeken
Not SpecifiedVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
división divisie

Verwandte Wörter für "rangschikking":

  • rangschikkingen