Home ->Wörterbücher ->Niederländisch/Spanisch ->übersetze printen

übersetze printen von Niederländische ins Spanisch

Übersicht

Niederländisch nach Spanisch: mehr Daten

printen:
- printear; imprimir
print:
- print-out; huella; copia; ilustración; estampa
Wiktionary:
- printen → imprimir, estampar

Niederländisch

Detailübersetzungen für printen (Niederländisch) ins Spanisch

printen:

printen Verb (print, printte, printten, geprint)

printen
printear; imprimir
- printear Verb
- imprimir Verb

Konjugationen für printen:

o.t.t.

print
print
print
printen
printen
printen

o.v.t.

printte
printte
printte
printten
printten
printten

v.t.t.

heb geprint
hebt geprint
heeft geprint
hebben geprint
hebben geprint
hebben geprint

v.v.t.

had geprint
had geprint
had geprint
hadden geprint
hadden geprint
hadden geprint

o.t.t.t.

zal printen
zult printen
zal printen
zullen printen
zullen printen
zullen printen

o.v.t.t.

zou printen
zou printen
zou printen
zouden printen
zouden printen
zouden printen

diversen

print!
print!
geprint
printend

1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für printen:

Noun	Verwandte Übersetzungen	Weitere Übersetzungen
imprimir		afdrukken; drukken
Verb	Verwandte Übersetzungen	Weitere Übersetzungen
imprimir	printen	boekdrukken; graveren; griffelen; griffen; met een stift inkrassen; prenten
printear	printen

Verwandte Wörter für "printen":

print

Wiktionary Übersetzungen für printen:

Cross Translation:

From	To	Via
• printen	→ imprimir	↔ print — to copy something on a surface, especially by machine
• printen	→ imprimir; estampar	↔ imprimer — faire ou laisser une empreinte sur quelque chose, y marquer des traits, une figure.

printen form of print:

print [de ~ (m)] Nomen

de print (afdruk)
el print-out; el huella; la copia; la ilustración; la estampa
- print-out [el ~] Nomen
- huella [el ~] Nomen
- copia [la ~] Nomen
- ilustración [la ~] Nomen
- estampa [la ~] Nomen

Übersetzung Matrix für print:

Noun	Verwandte Übersetzungen	Weitere Übersetzungen
copia	afdruk; print	copie; drom; duplicaat; falsificatie; horde; iemand nadoen; imitatie; kopie; kudde; massa; nabootsing; namaak; navolging; nep; overdruk; schaar; schare; troep; vervalsing
estampa	afdruk; print	beeld; beeldhouwwerk; bekeuring; boete; bon; sculptuur
huella	afdruk; print	aanwijzing; afzetsel; bezinksel; depot; droesem; grondsop; hoefgetrappel; hoefslag; residu; sediment; spoor; voetafdruk; voetstap; zetsel
ilustración	afdruk; print	beeld; beeldhouwwerk; ets; foto; getekende afbeelding; gravure; illustratie; informatie; kennisoverdracht; kiek; plaat; plaat in boek of tijdschrift; plaatje; sculptuur; tekening
print-out	afdruk; print

Verwandte Wörter für "print":

printten, printen, prints