Übersicht
Niederländisch nach Spanisch:   mehr Daten
  1. onpasselijk:


Niederländisch

Detailübersetzungen für onpasselijk (Niederländisch) ins Spanisch

onpasselijk:

onpasselijk Adjektiv

  1. onpasselijk (misselijk; naar; onwel)
    mareado; mal

Übersetzung Matrix für onpasselijk:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
mal bezwaar; demon; duivel; grief; het klagen; klacht; kwaad; kwaal; ongemak; ongerief; satan; slepende ziekte; stoornis
ModifierVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
mal misselijk; naar; onpasselijk; onwel aan een ziekte lijdend; averechts; boos; furieus; gemeen; kwaad; kwaadwillig; met slechte intentie; min; nijdig; razend; satanisch; scheefgegroeid; slecht; spinnijdig; toornig; vals; verkeerd; vertoornd; woest; ziedend; ziek
mareado misselijk; naar; onpasselijk; onwel akelig; beroerd; doodziek; draaierig; duizelig; ellendig; erg ziek; naar; ongezond; spuugmisselijk; spuugzat; treinziek; wagenziek; zeeziek; ziekjes

Verwandte Wörter für "onpasselijk":