Übersicht
Niederländisch nach Spanisch:   mehr Daten
  1. onbevlektheid:
  2. onbevlekt:


Niederländisch

Detailübersetzungen für onbevlektheid (Niederländisch) ins Spanisch

onbevlektheid:


onbevlekt:

onbevlekt Adjektiv

  1. onbevlekt (rein; onschuldig; vlekkeloos)
    inocente; puro; inmaculado; limpio; casto
  2. onbevlekt (maagdelijk; puur; zuiver; )
    inocente; casto; pulcro; cándido; puro; inmaculado; virgen; decente

Übersetzung Matrix für onbevlekt:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
virgen maagd
ModifierVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
casto kuis; maagdelijk; onbevlekt; onschuldig; puur; rein; vlekkeloos; zuiver gekuist; kuis; net; rein; schoon
cándido kuis; maagdelijk; onbevlekt; onschuldig; puur; rein; zuiver als een kind; argeloos; goedgelovig; lichtgelovig; naief; naïef; ongeveinsd; onnozel; onschuldig; oprecht; schuldeloos; schuldloos
decente kuis; maagdelijk; onbevlekt; onschuldig; puur; rein; zuiver beschaafd; betamelijk; correct; decent; deugdzaam; eerbaar; eerbiedwekkend; eerlijk; eerzaam; fair; fatsoenlijk; gepast; geschikt; hebbelijk; indrukwekkend; keurig; kies; manierlijk; netjes; onberispelijk; onbesproken; ordentelijk; proper; respectabel; schoon; sec; tof; welgemanierd; welgevoeglijk; welopgevoed; welvoeglijk; zedig; zindelijk
inmaculado kuis; maagdelijk; onbevlekt; onschuldig; puur; rein; vlekkeloos; zuiver bacteriënvrij; gekuist; hygienisch; kiemvrij; kuis; net; onbesmet; onbezoedeld; rein; schoon; vrij van ziektekiemen; zuiver
inocente kuis; maagdelijk; onbevlekt; onschuldig; puur; rein; vlekkeloos; zuiver als een kind; argeloos; gevaarloos; naief; natuurlijk; naïef; ongedwongen; ongekunsteld; ongevaarlijk; onnozel; onschadelijk; onschuldig; schuldeloos; schuldloos
limpio onbevlekt; onschuldig; rein; vlekkeloos fatsoenlijk; gekuist; gereinigd; hygienisch; keurig; kuis; net; netjes; onbesmet; onvermengd; onversneden; ordentelijk; proper; pure; rein; schoon; sec; zindelijk; zorgvuldig; zuiver; zuivere
pulcro kuis; maagdelijk; onbevlekt; onschuldig; puur; rein; zuiver correct; fatsoenlijk; keurig; kuis; net; netjes; onberispelijk; onbesproken; ordentelijk; rein; schoon; sec
puro kuis; maagdelijk; onbevlekt; onschuldig; puur; rein; vlekkeloos; zuiver baarlijk; blank; echt; eerlijk; fideel; gaaf; gewoonweg; klinkklaar; kuis; louter; maagdelijk; net; onaangeraakt; onbesmet; onbewimpeld; onbezwaard; ongelakt; ongerept; onomwonden; onverbloemd; onverholen; onvermengd; onversneden; onvervalst; onzinnig; openhartig; oprecht; pure; puur; rechttoe; rein; rondborstig; ronduit; ruiterlijk; schoon; trouwhartig; virginaal; zuiver; zuivere
virgen kuis; maagdelijk; onbevlekt; onschuldig; puur; rein; zuiver gaaf; maagdelijk; onaangebroken; onaangeraakt; onaangeroerd; onaangetast; ongebruikt; ongeopend; ongerept; onverzwakt; puur; virginaal; zuiver

Verwandte Wörter für "onbevlekt":