Übersicht
Niederländisch nach Spanisch:   mehr Daten
  1. omzwaaien:


Niederländisch

Detailübersetzungen für omzwaaien (Niederländisch) ins Spanisch

omzwaaien:

omzwaaien Verb (zwaai om, zwaait om, zwaaide om, zwaaiden om, omgezwaaid)

  1. omzwaaien

Konjugationen für omzwaaien:

o.t.t.
  1. zwaai om
  2. zwaait om
  3. zwaait om
  4. zwaaien om
  5. zwaaien om
  6. zwaaien om
o.v.t.
  1. zwaaide om
  2. zwaaide om
  3. zwaaide om
  4. zwaaiden om
  5. zwaaiden om
  6. zwaaiden om
v.t.t.
  1. ben omgezwaaid
  2. bent omgezwaaid
  3. is omgezwaaid
  4. zijn omgezwaaid
  5. zijn omgezwaaid
  6. zijn omgezwaaid
v.v.t.
  1. was omgezwaaid
  2. was omgezwaaid
  3. was omgezwaaid
  4. waren omgezwaaid
  5. waren omgezwaaid
  6. waren omgezwaaid
o.t.t.t.
  1. zal omzwaaien
  2. zult omzwaaien
  3. zal omzwaaien
  4. zullen omzwaaien
  5. zullen omzwaaien
  6. zullen omzwaaien
o.v.t.t.
  1. zou omzwaaien
  2. zou omzwaaien
  3. zou omzwaaien
  4. zouden omzwaaien
  5. zouden omzwaaien
  6. zouden omzwaaien
diversen
  1. zwaai om!
  2. zwaait om!
  3. omgezwaaid
  4. omzwaaiend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für omzwaaien:

VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
cambiar omzwaaien Wisselen; aflossen; afwisselen; amenderen; converteren; fluctueren; hernieuwen; herstellen; herzien; iets omdraaien; inruilen; inwisselen; kenteren; modificeren; omkeren; omruilen; omwerken; omwisselen; omzetten; overstappen; remplaceren; renoveren; restaureren; ruilen; variëren; veranderen; verbeteren; vernieuwen; verruilen; vervangen; verwisselen; wijzigen; wisselen