Übersicht
Niederländisch nach Spanisch:   mehr Daten
  1. naderhand:
  2. Wiktionary:


Niederländisch

Detailübersetzungen für naderhand (Niederländisch) ins Spanisch

naderhand:

naderhand adv

  1. naderhand (daarna; later; nadien)
  2. naderhand (later)
    después
  3. naderhand (later; straks; zometeen)
    más tarde; luego; después; enseguida; después de

Übersetzung Matrix für naderhand:

ModifierVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
a continuación daarna; later; naderhand; nadien aansluitend; daarna; daarop; hierna; hiernaar; hierop; later; straks; vervolgens; weldra; zometeen
desde entonces daarna; later; naderhand; nadien sedertdien
después daarna; later; naderhand; nadien; straks; zometeen aansluitend; behalve dat; bovendien; daarbij; daarenboven; daarna; daarop; hierna; hiernaar; hierop; later; nadien; straks; tevens; vervolgens; voorts; weldra; zometeen
después de daarna; later; naderhand; nadien; straks; zometeen
enseguida later; naderhand; straks; zometeen dadelijk; direct; directe; gelijk; meteen; onmiddellijk; onverwijld; prompt; straks; subiet; terstond; weldra; zo meteen
luego later; naderhand; straks; zometeen aansluitend; behalve dat; bovendien; daarbij; daarenboven; daarna; daarop; dan; hierna; hierop; later; straks; tevens; vervolgens; voorts; waarop; weldra; zometeen
más tarde daarna; later; naderhand; nadien; straks; zometeen
posterior daarna; later; naderhand; nadien
ulterior daarna; later; naderhand; nadien

Wiktionary Übersetzungen für naderhand:

naderhand
adverb
  1. in de tijd erna

Cross Translation:
FromToVia
naderhand por consiguiente; a continuación; después; luego; más adelante ensuite — Après cela.