Übersicht
Niederländisch nach Spanisch:   mehr Daten
  1. mishandelen:
  2. Wiktionary:


Niederländisch

Detailübersetzungen für mishandelen (Niederländisch) ins Spanisch

mishandelen:

mishandelen Verb (mishandel, mishandelt, mishandelde, mishandelden, mishandeld)

  1. mishandelen (molesteren; pijnigen)

Konjugationen für mishandelen:

o.t.t.
  1. mishandel
  2. mishandelt
  3. mishandelt
  4. mishandelen
  5. mishandelen
o.v.t.
  1. mishandelde
  2. mishandelde
  3. mishandelde
  4. mishandelden
  5. mishandelden
  6. mishandelden
v.t.t.
  1. heb mishandeld
  2. hebt mishandeld
  3. heeft mishandeld
  4. hebben mishandeld
  5. hebben mishandeld
  6. hebben mishandeld
v.v.t.
  1. had mishandeld
  2. had mishandeld
  3. had mishandeld
  4. hadden mishandeld
  5. hadden mishandeld
  6. hadden mishandeld
o.t.t.t.
  1. zal mishandelen
  2. zult mishandelen
  3. zal mishandelen
  4. zullen mishandelen
  5. zullen mishandelen
  6. zullen mishandelen
o.v.t.t.
  1. zou mishandelen
  2. zou mishandelen
  3. zou mishandelen
  4. zouden mishandelen
  5. zouden mishandelen
  6. zouden mishandelen
en verder
  1. ben mishandeld
  2. bent mishandeld
  3. is mishandeld
  4. zijn mishandeld
  5. zijn mishandeld
  6. zijn mishandeld
diversen
  1. mishandel!
  2. mishandelt!
  3. mishandeld
  4. mishandelend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für mishandelen:

VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
maltratar mishandelen; molesteren; pijnigen afranselen; beschadigen; billekoek geven; een pak slaag geven; iemand toetakelen; in elkaar slaan; schaden; toetakelen

Verwandte Definitionen für "mishandelen":

  1. iemand pijn doen of verwonden1
    • hij mishandelt zijn kinderen1

Wiktionary Übersetzungen für mishandelen:

mishandelen
verb
  1. iemand slecht behandelen en pijn doen of verwonden

Cross Translation:
FromToVia
mishandelen maltratar mistreat — treat someone or something roughly or badly
mishandelen maltratar misshandeln — (transitiv) jemanden mutwillig seelisch oder körperlich heftig verletzen
mishandelen maltratar maltraitertraiter durement en actions ou en paroles, malmener, frapper.
mishandelen atormentar tourmenter — Faire souffrir quelque tourment de corps.