Übersicht
Niederländisch nach Spanisch:   mehr Daten
  1. lijntrekken:


Niederländisch

Detailübersetzungen für lijntrekken (Niederländisch) ins Spanisch

lijntrekken:

lijntrekken Verb (trek lijn, trekt lijn, trok lijn, trokken lijn, lijngetrokken)

  1. lijntrekken

Konjugationen für lijntrekken:

o.t.t.
  1. trek lijn
  2. trekt lijn
  3. trekt lijn
  4. trekken lijn
  5. trekken lijn
  6. trekken lijn
o.v.t.
  1. trok lijn
  2. trok lijn
  3. trok lijn
  4. trokken lijn
  5. trokken lijn
  6. trokken lijn
v.t.t.
  1. heb lijngetrokken
  2. hebt lijngetrokken
  3. heeft lijngetrokken
  4. hebben lijngetrokken
  5. hebben lijngetrokken
  6. hebben lijngetrokken
v.v.t.
  1. had lijngetrokken
  2. had lijngetrokken
  3. had lijngetrokken
  4. hadden lijngetrokken
  5. hadden lijngetrokken
  6. hadden lijngetrokken
o.t.t.t.
  1. zal lijntrekken
  2. zult lijntrekken
  3. zal lijntrekken
  4. zullen lijntrekken
  5. zullen lijntrekken
  6. zullen lijntrekken
o.v.t.t.
  1. zou lijntrekken
  2. zou lijntrekken
  3. zou lijntrekken
  4. zouden lijntrekken
  5. zouden lijntrekken
  6. zouden lijntrekken
diversen
  1. trek lijn!
  2. trekt lijn!
  3. lijngetrokken
  4. lijntrekkend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für lijntrekken:

VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
gandulear lijntrekken aanklooien; klooien; lanterfanten; luieren; lummelen; nietsdoen; niksen; rondhangen; rotzooien
holgazanear lijntrekken aanklooien; dralen; drentelen; klooien; lanterfanten; leeglopen; luieren; lummelen; nietsdoen; niksen; rondhangen; rotzooien; talmen; teuten; treuzelen; vrijlopen