Übersicht
Niederländisch nach Spanisch:   mehr Daten
  1. kort samenvatten:


Niederländisch

Detailübersetzungen für kort samenvatten (Niederländisch) ins Spanisch

kort samenvatten:

kort samenvatten Verb (vat 't kort samen, vatte 't kort samen, vatten 't kort samen, 't kort samengevat)

  1. kort samenvatten (recapituleren; samenvatten)

Konjugationen für kort samenvatten:

o.t.t.
  1. vat 't kort samen
  2. vat 't kort samen
  3. vat 't kort samen
  4. vatten 't kort samen
  5. vatten 't kort samen
  6. vatten 't kort samen
o.v.t.
  1. vatte 't kort samen
  2. vatte 't kort samen
  3. vatte 't kort samen
  4. vatten 't kort samen
  5. vatten 't kort samen
  6. vatten 't kort samen
v.t.t.
  1. heb 't kort samengevat
  2. hebt 't kort samengevat
  3. heeft 't kort samengevat
  4. hebben 't kort samengevat
  5. hebben 't kort samengevat
  6. hebben 't kort samengevat
v.v.t.
  1. had 't kort samengevat
  2. had 't kort samengevat
  3. had 't kort samengevat
  4. hadden 't kort samengevat
  5. hadden 't kort samengevat
  6. hadden 't kort samengevat
o.t.t.t.
  1. zal kort samenvatten
  2. zult kort samenvatten
  3. zal kort samenvatten
  4. zullen kort samenvatten
  5. zullen kort samenvatten
  6. zullen kort samenvatten
o.v.t.t.
  1. zou kort samenvatten
  2. zou kort samenvatten
  3. zou kort samenvatten
  4. zouden kort samenvatten
  5. zouden kort samenvatten
  6. zouden kort samenvatten
en verder
  1. is kort samengevat
diversen
  1. vat 't kort samen!
  2. vat 't kort samen!
  3. 't kort samengevat
  4. 't kort samenvattend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für kort samenvatten:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
abreviar afkorten; bekorten; inkorten; korter maken; verkorten
VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
abreviar kort samenvatten; recapituleren; samenvatten achteruitgaan; afkorten; afnemen; bekorten; declineren; inkorten; korten; korter maken; lager maken; minder worden; verkorten; verlagen
compendiar kort samenvatten; recapituleren; samenvatten bedenken; fantaseren; uitdenken; verdichten; verzinnen; voorwenden
recapitular kort samenvatten; recapituleren; samenvatten extraheren; resumeren
resumir kort samenvatten; recapituleren; samenvatten een uittreksel maken; excerperen; extraheren; kort weergeven; loskrijgen; losmaken; lostornen; resumeren; samenvatten; samenvouwen; tornen; uithalen; uittrekken
sintetizar kort samenvatten; recapituleren; samenvatten extraheren

Verwandte Übersetzungen für kort samenvatten