Home ->Wörterbücher ->Niederländisch/Spanisch ->übersetze inplanten

übersetze inplanten von Niederländische ins Spanisch

Übersicht
Niederländisch nach Spanisch:   mehr Daten
  1. inplanten:

Niederländisch

Detailübersetzungen für inplanten (Niederländisch) ins Spanisch

inplanten:

inplanten Verb (plant in, plantte in, plantten in, ingeplant)

  1. inplanten (implanteren)
    implantar

Konjugationen für inplanten:

o.t.t.
  1. plant in
  2. plant in
  3. plant in
  4. planten in
  5. planten in
  6. planten in
o.v.t.
  1. plantte in
  2. plantte in
  3. plantte in
  4. plantten in
  5. plantten in
  6. plantten in
v.t.t.
  1. heb ingeplant
  2. hebt ingeplant
  3. heeft ingeplant
  4. hebben ingeplant
  5. hebben ingeplant
  6. hebben ingeplant
v.v.t.
  1. had ingeplant
  2. had ingeplant
  3. had ingeplant
  4. hadden ingeplant
  5. hadden ingeplant
  6. hadden ingeplant
o.t.t.t.
  1. zal inplanten
  2. zult inplanten
  3. zal inplanten
  4. zullen inplanten
  5. zullen inplanten
  6. zullen inplanten
o.v.t.t.
  1. zou inplanten
  2. zou inplanten
  3. zou inplanten
  4. zouden inplanten
  5. zouden inplanten
  6. zouden inplanten
en verder
  3. is ingeplant
diversen
  1. plant in!
  2. plant in!
  5. ingeplant
  6. inplantend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für inplanten:

VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
implantar implanteren; inplanten in de grond zetten; initiëren; op gang brengen; planten; poten







Kostenfreie, schnelle Übersetzungen

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Seite gezeigt in 0.0199 Sekunden
Seite aufgebaut in 1.0 Sekunden