Niederländisch
Detailübersetzungen für in verzoeking brengen (Niederländisch) ins Spanisch
in verzoeking brengen:
in verzoeking brengen Verb (breng in verzoeking, brengt in verzoeking, bracht in verzoeking, brachten in verzoeking, in verzoeking gebracht)
-
in verzoeking brengen
Konjugationen für in verzoeking brengen:
o.t.t.
- breng in verzoeking
- brengt in verzoeking
- brengt in verzoeking
- brengen in verzoeking
- brengen in verzoeking
- brengen in verzoeking
o.v.t.
- bracht in verzoeking
- bracht in verzoeking
- bracht in verzoeking
- brachten in verzoeking
- brachten in verzoeking
- brachten in verzoeking
v.t.t.
- heb in verzoeking gebracht
- hebt in verzoeking gebracht
- heeft in verzoeking gebracht
- hebben in verzoeking gebracht
- hebben in verzoeking gebracht
- hebben in verzoeking gebracht
v.v.t.
- had in verzoeking gebracht
- had in verzoeking gebracht
- had in verzoeking gebracht
- hadden in verzoeking gebracht
- hadden in verzoeking gebracht
- hadden in verzoeking gebracht
o.t.t.t.
- zal in verzoeking brengen
- zult in verzoeking brengen
- zal in verzoeking brengen
- zullen in verzoeking brengen
- zullen in verzoeking brengen
- zullen in verzoeking brengen
o.v.t.t.
- zou in verzoeking brengen
- zou in verzoeking brengen
- zou in verzoeking brengen
- zouden in verzoeking brengen
- zouden in verzoeking brengen
- zouden in verzoeking brengen
en verder
- ben in verzoeking gebracht
- bent in verzoeking gebracht
- is in verzoeking gebracht
- zijn in verzoeking gebracht
- zijn in verzoeking gebracht
- zijn in verzoeking gebracht
diversen
- breng in verzoeking!
- brengt in verzoeking!
- in verzoeking gebracht
- in verzoeking brengend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Übersetzung Matrix für in verzoeking brengen:
Noun | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
tentar | lokken; verleiden | |
Verb | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
tentar | in verzoeking brengen | aanlokken; aftasten; afvoelen; beproeven; gunst winnen; lokken; meelokken; proberen; uitproberen; verleiden; verlokken; voortlokken; weglokken |