Übersicht


Niederländisch

Detailübersetzungen für huiveringwekkend (Niederländisch) ins Spanisch

huiveringwekkend:

huiveringwekkend Adjektiv

  1. huiveringwekkend (ijzingwekkend; ijselijk)
  2. huiveringwekkend (sinister; onheilspellend; duister; dreigend; luguber)

Übersetzung Matrix für huiveringwekkend:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
siniestro catastrofe; ramp; schadegeval
vago arbeidsschuw; flierefluiter; klooier; lanterfant; lanterfanter; lapzwans; leegloper; luiaard; luilak; luiwammes; slampamper
ModifierVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
de mal aguero dreigend; duister; huiveringwekkend; luguber; onheilspellend; sinister
escalofriante huiveringwekkend; ijselijk; ijzingwekkend afgrijselijk; afschuwelijk; akelig; angstaanjagend; barbaars; beangstigend; beestachtig; bruut; eng; gevaarlijk; griezelig; gruwelijk; ijzingwekkend; inhumaan; monsterlijk; onmenselijk; ontzettend; schemerig; schimmig; schrikaanjagend; schrikbarend; schrikwekkend; schromelijk; sinister; verschrikkelijk; vreselijk; week; wreed; zwak
espeluznante huiveringwekkend; ijselijk; ijzingwekkend afgrijselijk; afschuwelijk; akelig; angstaanjagend; barbaars; beangstigend; beestachtig; bruut; eng; gevaarlijk; griezelig; gruwelijk; ijzingwekkend; inhumaan; monsterlijk; onmenselijk; ontzettend; schrikbarend; schrikwekkend; sinister; verschrikkelijk; vreselijk; wreed
horripilante huiveringwekkend; ijselijk; ijzingwekkend afschrikwekkend; afschuwelijk; afschuwwekkend; afstotend voor zintuigen; akelig; angstaanjagend; beangstigend; eng; griezelig; lelijk; monsterlijk; sinister; weerzinwekkend
lúgubre huiveringwekkend; ijselijk; ijzingwekkend aan een ziekte lijdend; afschuwelijk; afstotend voor zintuigen; akelig; angstaanjagend; beangstigend; donker; dubieus; duister; eng; glibberig; griezelig; lelijk; luguber; macaber; obscuur; onguur; sinister; spookachtig; verdacht; weerzinwekkend; ziek
siniestro dreigend; duister; huiveringwekkend; luguber; onheilspellend; sinister akelig; angstaanjagend; beangstigend; donker; dubieus; duister; eng; glibberig; griezelig; louche; obscuur; onappetijtelijk; onbetrouwbaar; onduidelijk; onguur; onsmakelijk; sinister; verdacht; walgelijk; wollig
sombrío dreigend; duister; huiveringwekkend; luguber; onheilspellend; sinister aan een ziekte lijdend; akelig; bedrukt; beroerd; donker; dubieus; duister; ellendig; eng; gedrukt; glibberig; grauw; grauwkleurig; griezelig; grijs; helaas; jammer; jammer genoeg; louche; melancholische; mismoedig; mistroostig; moedeloos; naar; naargeestig; neerslachtig; obscuur; onbetrouwbaar; onduidelijk; onguur; pessimistisch; sinister; sneu; somber; spijtig; teneergeslagen; terneergeslagen; triest; troosteloos; verdacht; verdrietig; vreugdeloos; wollig; ziek; zwartgallig
sospechosamente dreigend; duister; huiveringwekkend; luguber; onheilspellend; sinister duister; louche; onbetrouwbaar; onduidelijk; onguur; verdacht; wollig
sospechoso dreigend; duister; huiveringwekkend; luguber; onheilspellend; sinister akelig; bedenkelijk; betwist; donker; dubieus; duister; eng; glibberig; griezelig; kwestieus; leugenachtig; louche; malafide; obscuur; omstreden; onappetijtelijk; onbetrouwbaar; onduidelijk; onguur; onsmakelijk; sinister; twijfelachtig; variërend; verdacht; walgelijk; wisselend; wisselvallig; wollig
tenebroso dreigend; duister; huiveringwekkend; luguber; onheilspellend; sinister beangstigend; duister; eng; louche; naargeestig; niet duidelijk; niet helder; onbetrouwbaar; onduidelijk; onguur; onhelder; onklaar; somber; triest; troebel; troosteloos; vaag; verdacht; wollig; zwaarmoedig
tétrico dreigend; duister; huiveringwekkend; luguber; onheilspellend; sinister akelig; bedrukt; beroerd; duister; ellendig; gedrukt; helaas; jammer; jammer genoeg; louche; mismoedig; mistroostig; moedeloos; naar; neerslachtig; onbetrouwbaar; onduidelijk; onguur; sneu; spijtig; teneergeslagen; terneergeslagen; verdacht; verdrietig; wollig
vago dreigend; duister; huiveringwekkend; luguber; onheilspellend; sinister beneveld; bleek; dreigend; duister; eng; flauw; flets; heiig; louche; lui; mistig; nevelachtig; nevelig; niet doorzichtig; niet duidelijk; niet helder; niet zeker; niets doend; onbepaald; onbestemd; onbetrouwbaar; ondoorzichtig; onduidelijk; ongewis; onguur; onhelder; onklaar; onoverzichtelijk; onvast; schemerig; schimmig; troebel; vaag; vagelijk; verdacht; verschoten; wazig; wollig

Verwandte Wörter für "huiveringwekkend":

  • huiveringwekkender, huiveringwekkendere, huiveringwekkende