Übersicht
Niederländisch nach Spanisch:   mehr Daten
  1. hamsteren:
  2. hamster:
  3. Wiktionary:


Niederländisch

Detailübersetzungen für hamsteren (Niederländisch) ins Spanisch

hamsteren:

hamsteren Verb (hamster, hamstert, hamsterde, hamsterden, gehamsterd)

  1. hamsteren (oppotten; potten; opzij leggen)

Konjugationen für hamsteren:

o.t.t.
  1. hamster
  2. hamstert
  3. hamstert
  4. hamsteren
  5. hamsteren
  6. hamsteren
o.v.t.
  1. hamsterde
  2. hamsterde
  3. hamsterde
  4. hamsterden
  5. hamsterden
  6. hamsterden
v.t.t.
  1. heb gehamsterd
  2. hebt gehamsterd
  3. heeft gehamsterd
  4. hebben gehamsterd
  5. hebben gehamsterd
  6. hebben gehamsterd
v.v.t.
  1. had gehamsterd
  2. had gehamsterd
  3. had gehamsterd
  4. hadden gehamsterd
  5. hadden gehamsterd
  6. hadden gehamsterd
o.t.t.t.
  1. zal hamsteren
  2. zult hamsteren
  3. zal hamsteren
  4. zullen hamsteren
  5. zullen hamsteren
  6. zullen hamsteren
o.v.t.t.
  1. zou hamsteren
  2. zou hamsteren
  3. zou hamsteren
  4. zouden hamsteren
  5. zouden hamsteren
  6. zouden hamsteren
en verder
  1. is gehamsterd
  2. zijn gehamsterd
diversen
  1. hamster!
  2. hamstert!
  3. gehamsterd
  4. hamsterend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für hamsteren:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
separar afhaken; afkoppeling; ontkoppeling; uiteengaan; uitnemen
VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
acumular a escondidas hamsteren; oppotten; opzij leggen; potten
atesorar hamsteren; oppotten; opzij leggen; potten
entalegar hamsteren; oppotten; opzij leggen; potten
guardar hamsteren; oppotten; opzij leggen; potten achterhouden; afdekken; afschermen; afschutten; afsluiten; afzonderen; apart zetten; behoeden; behouden; bergen; beschermen; bescherming bieden; beschutten; bewaken; bewaren; conserveren; deponeren; dichtdoen; geen afstand doen van; hoeden; houden; in veiligheid brengen; inhouden; instandhouden; isoleren; niet laten gaan; opbergen; opslaan; sluiten; surveilleren; thuishouden; toedoen; toekijken; toemaken; toezicht houden; toezien; toezien op; vasthouden; wegbergen; wegsluiten; wegsteken; wegstoppen
plantar en tiesto hamsteren; oppotten; opzij leggen; potten
poner aparte hamsteren; oppotten; opzij leggen; potten achterhouden; afscheiden; afsplitsen; afzonderen; apart zetten; behouden; isoleren; opbergen; opzijleggen; reserveren; terughouden; wegbergen
separar hamsteren; oppotten; opzij leggen; potten afbreken; afhalen; afkoppelen; afnemen; afrukken; afscheiden; afscheuren; afsplijten; afsplitsen; afzonderen; apart zetten; beëindigen; debrayeren; delen; extraheren; forceren; isoleren; loskoppelen; loskrijgen; losmaken; losrukken; losscheuren; lostornen; lostrekken; meenemen; ontbinden; ontkoppelen; ontzetten; opdelen; ophalen; opheffen; opsplitsen; scheiden; separeren; splitsen; stukmaken; tornen; uit de macht ontzetten; uit elkaar gaan; uit elkaar halen; uiteengaan; uiteenhalen; uithalen; uitsplitsen; uittrekken; verbreken; verbrijzelen; weghalen; wegnemen; zich splitsen

Verwandte Wörter für "hamsteren":


Wiktionary Übersetzungen für hamsteren:

hamsteren
verb
  1. een voorraad aanleggen bij voedselschaarste

Cross Translation:
FromToVia
hamsteren almacenar; abastecer stockerconserver en dépôt, entreposer.

hamsteren form of hamster:

hamster [de ~] Nomen

  1. de hamster
    el hámster

Übersetzung Matrix für hamster:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
hámster hamster

Verwandte Wörter für "hamster":


Wiktionary Übersetzungen für hamster:

hamster
noun
  1. Cricetus cricetus, klein knaagdiertje dat als huisdier gehouden kan worden.

Cross Translation:
FromToVia
hamster hámster hamster — small, short-tailed European rodent
hamster hámster HamsterZoologie: maus- (Zwerghamster) bis fast kaninchengroßes (Feldhamster), dämmerungsaktives Nagetier, mit dichtem Fell und kurzem bis stummelartigem Schwanz (Familie Cricetidae)