Übersicht
Niederländisch nach Spanisch:   mehr Daten
  1. goochemheid:


Niederländisch

Detailübersetzungen für goochemheid (Niederländisch) ins Spanisch

goochemheid:

goochemheid [znw.] Nomen

  1. goochemheid (schranderheid; uitgeslapenheid)
    la astucia; la inteligencia; la agudeza; la listeza

Übersetzung Matrix für goochemheid:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
agudeza goochemheid; schranderheid; uitgeslapenheid adremheid; bij de pinken zijn; bijdehandheid; bitsheid; bitsigheid; brein; canard; doorzicht; geslepenheid; gevatheid; gewiekstheid; goed werkend oog; grap; grol; hersens; intelligentie; inzicht; kattigheid; kwinkslag; pienterheid; puntig zijn; puntigheid; scherpheid; scherpte; scherpziendheid; scherpzinnigheid; scherts; schranderheid; slagvaardigheid; slimheid; snedigheid; spitsheid; spitsvondigheid; verstand; vinnigheid
astucia goochemheid; schranderheid; uitgeslapenheid adremheid; arglist; arglistigheid; bij de pinken zijn; bijdehandheid; doortraptheid; geraffineerdheid; geslepenheid; gevatheid; gewiekstheid; gladheid; intelligentie; leepheid; linkheid; list; listigheid; pienterheid; puntig zijn; puntigheid; raffinement; scherpheid; scherpte; schranderheid; slimheid; slimmigheid; sluwe streek; sluwheid; snedigheid; snoodheid; spitsheid; spitsvondigheid; valsheid
inteligencia goochemheid; schranderheid; uitgeslapenheid aard; adremheid; bewustzijn; bij de pinken zijn; bijdehandheid; brein; denkvermogen; geaardheid; geest; geestvermogen; gevatheid; hersens; inborst; intellect; intelligentie; inzicht; karakter; kop; krantenkop; pienterheid; rede; schranderheid; slimheid; snedigheid; vernuft; verstand; verstandelijk vermogen
listeza goochemheid; schranderheid; uitgeslapenheid adremheid; arglist; arglistigheid; bij de pinken zijn; bijdehandheid; brein; doortraptheid; geraffineerdheid; geslepenheid; gevatheid; gewiekstheid; gladheid; hersens; intelligentie; leepheid; linkheid; listigheid; pienterheid; puntig zijn; puntigheid; raffinement; scherpheid; scherpte; schranderheid; slimheid; slimmigheid; sluwheid; snedigheid; snoodheid; spitsheid; spitsvondigheid; verstand