Übersicht
Niederländisch nach Spanisch:   mehr Daten
  1. gezaghebbers:
  2. gezaghebber:


Niederländisch

Detailübersetzungen für gezaghebbers (Niederländisch) ins Spanisch

gezaghebbers:

gezaghebbers [de ~] Nomen, Plural

  1. de gezaghebbers (autoriteiten; gezag)
    la autoridad; el soberano; el gobernante
  2. de gezaghebbers (gezaghebbenden; hogerhand)
    la autoridades; el superiores

Übersetzung Matrix für gezaghebbers:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
autoridad autoriteiten; gezag; gezaghebbers autoriteit; bevoegdheid; competentie; force majeure; gezag; gezaghebber; gezagsdrager; gezagsorgaan; gouvernement; heerschappij; instantie; invloed; kabinet; kracht; macht; overmacht; regering; vermogen
autoridades gezaghebbenden; gezaghebbers; hogerhand autoriteiten; land; natie; openbaar gezag; overheid; rijk; rijksbestuur; staat
gobernante autoriteiten; gezag; gezaghebbers gezaghebber; gezagsdrager; gouverneur; landvoogd; regent; rijksbestuurder; stadhouder
soberano autoriteiten; gezag; gezaghebbers alleenheerser; gouverneur; heer; heerschap; heerser; jonker; jonkheer; koning; landjonker; landvoogd; machthebber; monarch; overheerser; overweldiger; regent; rijksbestuurder; soeverein; stadhouder; sujet; vent; vorst
superiores gezaghebbenden; gezaghebbers; hogerhand meerderen; superieuren
ModifierVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
gobernante heersend; regerend
soberano aanzienlijk; aristocratisch; deftig; gedistingeerd; koninklijk; royaal; soeverein; vooraanstaand; voornaam; vorstelijk

Verwandte Wörter für "gezaghebbers":


gezaghebber: