Übersicht
Niederländisch nach Spanisch:   mehr Daten
  1. bouwvallig worden:


Niederländisch

Detailübersetzungen für bouwvallig worden (Niederländisch) ins Spanisch

bouwvallig worden:

bouwvallig worden Verb (word bouwvallig, wordt bouwvallig, werd bouwvallig, werden bouwvallig, bouwvallig geworden)

  1. bouwvallig worden (vervallen)

Konjugationen für bouwvallig worden:

o.t.t.
  1. word bouwvallig
  2. wordt bouwvallig
  3. wordt bouwvallig
  4. worden bouwvallig
  5. worden bouwvallig
  6. worden bouwvallig
o.v.t.
  1. werd bouwvallig
  2. werd bouwvallig
  3. werd bouwvallig
  4. werden bouwvallig
  5. werden bouwvallig
  6. werden bouwvallig
v.t.t.
  1. ben bouwvallig geworden
  2. bent bouwvallig geworden
  3. is bouwvallig geworden
  4. zijn bouwvallig geworden
  5. zijn bouwvallig geworden
  6. zijn bouwvallig geworden
v.v.t.
  1. was bouwvallig geworden
  2. was bouwvallig geworden
  3. was bouwvallig geworden
  4. waren bouwvallig geworden
  5. waren bouwvallig geworden
  6. waren bouwvallig geworden
o.t.t.t.
  1. zal bouwvallig worden
  2. zult bouwvallig worden
  3. zal bouwvallig worden
  4. zullen bouwvallig worden
  5. zullen bouwvallig worden
  6. zullen bouwvallig worden
o.v.t.t.
  1. zou bouwvallig worden
  2. zou bouwvallig worden
  3. zou bouwvallig worden
  4. zouden bouwvallig worden
  5. zouden bouwvallig worden
  6. zouden bouwvallig worden
diversen
  1. word bouwvallig!
  2. wordt bouwvallig!
  3. bouwvallig geworden
  4. bouwvallig wordend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für bouwvallig worden:

VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
caer en ruina bouwvallig worden; vervallen afknappen; er vanaf breken; in elkaar storten; ten gronde gaan; vergaan; verkommeren; vervallen
quedar en ruina bouwvallig worden; vervallen

Verwandte Übersetzungen für bouwvallig worden