Niederländisch
Detailübersetzungen für boos worden (Niederländisch) ins Spanisch
boos worden:
-
boos worden
Konjugationen für boos worden:
o.t.t.
- word boos
- wordt boos
- wordt boos
- worden boos
- worden boos
- worden boos
o.v.t.
- werd boos
- werd boos
- werd boos
- werden boos
- werden boos
- werden boos
v.t.t.
- ben boos geworden
- bent boos geworden
- is boos geworden
- zijn boos geworden
- zijn boos geworden
- zijn boos geworden
v.v.t.
- was boos geworden
- was boos geworden
- was boos geworden
- waren boos geworden
- waren boos geworden
- waren boos geworden
o.t.t.t.
- zal boos worden
- zult boos worden
- zal boos worden
- zullen boos worden
- zullen boos worden
- zullen boos worden
o.v.t.t.
- zou boos worden
- zou boos worden
- zou boos worden
- zouden boos worden
- zouden boos worden
- zouden boos worden
diversen
- word boos!
- wordt boos!
- boos geworden
- boos wordend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Übersetzung Matrix für boos worden:
Verb | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
enfadarse | boos worden | |
enfurecerse | boos worden | blaffen; brullen; bulderen; daveren; foeteren; fulmineren; schreeuwen; uitvaren tegen; vloeken; vuilbekken |
enojarse | boos worden |
Computerübersetzung von Drittern: