Niederländisch

Detailübersetzungen für bezonnen (Niederländisch) ins Spanisch

bezonnen:

bezonnen Adjektiv

  1. bezonnen (behoedzaam; bedachtzaam; omzichtig)

Übersetzung Matrix für bezonnen:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
alerta alarm; alert; hulpgeroep; hulpkreet; melding; noodkreet; waarschuwing
conservador bewaarder; conservator; handhaver
vigilante bewaker; buurtwacht; cipier; deurwachter; gevangenbewaarder; inspiciënt; poortwachter; portier; schildwacht; suppoost; wacht; wachter; waker; wakker persoon; zaalwachter
ModifierVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
alerta bedachtzaam; behoedzaam; bezonnen; omzichtig aandachtig; ad rem; alert; hoede; oplettend; opmerkzaam; paraat; slagvaardig; voorzichtig; waaks; waakzaam; wakend; wakker
atento bedachtzaam; behoedzaam; bezonnen; omzichtig aandachtig; aangenaam; aardig; alert; attent; behulpzaam; belangstellend; bereidwillig; beschaafd; charmant; dienstwillig; geciviliseerd; gecultiveerd; gedienstig; genegenheid opwekkend; geïnteresseerd; goedaardig; goedhartig; hoede; hulpvaardig; innemend; inschikkelijk; met een scherp oog; minzaam; nauwlettend; ontwikkeld; oplettend; opmerkzaam; paraat; plezierig; voorkomend; voorzichtig; vriendelijk; waaks; waakzaam; wakend; zachtaardig
cautelosamente bedachtzaam; behoedzaam; bezonnen; omzichtig met een scherp oog; nauwlettend
cauteloso bedachtzaam; behoedzaam; bezonnen; omzichtig consciëntieus; gewetensvol; met een scherp oog; met zorg; nauwlettend; scrupuleus
cauto bedachtzaam; behoedzaam; bezonnen; omzichtig
circunspecto bedachtzaam; behoedzaam; bezonnen; omzichtig
con cuidado bedachtzaam; behoedzaam; bezonnen; omzichtig accuraat; gedetailleerd; met zorg; minutieus; nauwgezet; nauwkeurig; precies; secuur; voorzichtig; zorgvuldig
con ojo bedachtzaam; behoedzaam; bezonnen; omzichtig met een scherp oog; nauwlettend
con precaución bedachtzaam; behoedzaam; bezonnen; omzichtig
con prudencia bedachtzaam; behoedzaam; bezonnen; omzichtig
conservador bedachtzaam; behoedzaam; bezonnen; omzichtig conservatief
cuidadoso bedachtzaam; behoedzaam; bezonnen; omzichtig accuraat; consciëntieus; gedetailleerd; gewetensvol; grondig; kommervol; met zorg; minutieus; nauwgezet; nauwkeurig; nauwlettend; net; precies; scrupuleus; secuur; stipt; vol zorgen; voorzichtig; zorgvuldig
juicioso bedachtzaam; behoedzaam; bezonnen; omzichtig belezen; competent; deskundig; erudiet; geletterd; gestudeerd; hooggeleerd; intelligent; ontwikkeld; oordeelkundig; pienter; schrander; ter zake kundig; vakbekwaam; vakkundig; wijs; zeer geleerd; zeer ontwikkeld
precavido bedachtzaam; behoedzaam; bezonnen; omzichtig
prudente bedachtzaam; behoedzaam; bezonnen; omzichtig aan te prijzen; aanbevelenswaardig; competent; deskundig; geraden; helderziend; oordeelkundig; raadzaam; risicoloos; ter zake kundig; vakbekwaam; vakkundig; voorspellend; vooruitziend
sensato bedachtzaam; behoedzaam; bezonnen; omzichtig bedachtzaam; correct; doordacht; nadenkend; niet beschonken; nuchter; pienter; raadzaam; verstandig; weldenkend; wijs; wijselijk; zinnig
vigilante bedachtzaam; behoedzaam; bezonnen; omzichtig alert; hoede; paraat; voorzichtig; waaks; waakzaam; wakend

Verwandte Wörter für "bezonnen":


bezonnen form of bezinnen:

bezinnen Verb (bezin, bezint, bezon, bezonnen, bezonnen)

  1. bezinnen

Konjugationen für bezinnen:

o.t.t.
  1. bezin
  2. bezint
  3. bezint
  4. bezinnen
  5. bezinnen
  6. bezinnen
o.v.t.
  1. bezon
  2. bezon
  3. bezon
  4. bezonnen
  5. bezonnen
  6. bezonnen
v.t.t.
  1. heb bezonnen
  2. hebt bezonnen
  3. heeft bezonnen
  4. hebben bezonnen
  5. hebben bezonnen
  6. hebben bezonnen
v.v.t.
  1. had bezonnen
  2. had bezonnen
  3. had bezonnen
  4. hadden bezonnen
  5. hadden bezonnen
  6. hadden bezonnen
o.t.t.t.
  1. zal bezinnen
  2. zult bezinnen
  3. zal bezinnen
  4. zullen bezinnen
  5. zullen bezinnen
  6. zullen bezinnen
o.v.t.t.
  1. zou bezinnen
  2. zou bezinnen
  3. zou bezinnen
  4. zouden bezinnen
  5. zouden bezinnen
  6. zouden bezinnen
diversen
  1. bezin!
  2. bezint!
  3. bezonnen
  4. bezinnend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für bezinnen:

VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
reflexionar bezinnen afwegen; bedenken; beschouwen; bespiegelen; considereren; in gedachten verzonken zijn; in overweging nemen; mijmeren; nadenken; overdenken; overpeinzen; overwegen; peinzen; piekeren; prakkiseren; raad inwinnen; zich beraden

Wiktionary Übersetzungen für bezinnen:


Cross Translation:
FromToVia
bezinnen reflexionar besinnen — (reflexiv) klar werden, nachdenken