Übersicht
Niederländisch nach Spanisch:   mehr Daten
  1. afgeweken:
  2. afwijken:
  3. Wiktionary:


Niederländisch

Detailübersetzungen für afgeweken (Niederländisch) ins Spanisch

afgeweken:

afgeweken Adjektiv

  1. afgeweken
    desviado

Übersetzung Matrix für afgeweken:

ModifierVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
desviado afgeweken gevlucht; ontvlucht; uitgeweken

afgeweken form of afwijken:

afwijken Verb (wijk af, wijkt af, week af, weken af, afgeweken)

  1. afwijken (verschillen)

Konjugationen für afwijken:

o.t.t.
  1. wijk af
  2. wijkt af
  3. wijkt af
  4. wijken af
  5. wijken af
  6. wijken af
o.v.t.
  1. week af
  2. week af
  3. week af
  4. weken af
  5. weken af
  6. weken af
v.t.t.
  1. ben afgeweken
  2. bent afgeweken
  3. is afgeweken
  4. zijn afgeweken
  5. zijn afgeweken
  6. zijn afgeweken
v.v.t.
  1. was afgeweken
  2. was afgeweken
  3. was afgeweken
  4. waren afgeweken
  5. waren afgeweken
  6. waren afgeweken
o.t.t.t.
  1. zal afwijken
  2. zult afwijken
  3. zal afwijken
  4. zullen afwijken
  5. zullen afwijken
  6. zullen afwijken
o.v.t.t.
  1. zou afwijken
  2. zou afwijken
  3. zou afwijken
  4. zouden afwijken
  5. zouden afwijken
  6. zouden afwijken
diversen
  1. wijk af!
  2. wijkt af!
  3. afgeweken
  4. afwijkende
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für afwijken:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
apartarse afkeren
VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
apartarse afwijken; verschillen afkeren; afwenden; opzij gaan; opzijgaan; uitwijken; uitwijken voor iets; zich omdraaien; zwenken
desviarse de afwijken; verschillen
diferenciarse afwijken; verschillen aanschouwen; bekijken; differentiëren; een ereteken geven; kijken; onderscheiden; ontwaren; opmerken; staren; turen; uit elkaar houden; uiteenhouden; van elkaar onderscheiden; zien
diferir afwijken; verschillen afwisselen; opschorten; opschuiven; rekken; uiteenlopen; uitstellen; variëren; veranderen; verdagen; verschillen; verschuiven; vertragen; voor zich uitschuiven; wisselen
ser diferente afwijken; verschillen schelen; verschil maken; verschillen
ser distinto afwijken; verschillen schelen; verschil maken; verschillen

Verwandte Definitionen für "afwijken":

  1. anders zijn1
    • deze kleur wijkt af van die andere kleur1
  2. je ergens niet aan houden1
    • we zijn van het plan afgeweken1

Wiktionary Übersetzungen für afwijken:

afwijken
verb
  1. niet de gangbare norm volgen

Cross Translation:
FromToVia
afwijken desviar dévier — Se détourner, être détourné de sa direction.