Übersicht
Niederländisch nach Spanisch: mehr Daten
- uit het hoofd praten:
-
Wiktionary:
- uit het hoofd praten → disuadir
Niederländisch
Detailübersetzungen für uit het hoofd praten (Niederländisch) ins Spanisch
uit het hoofd praten:
uit het hoofd praten Verb (praat uit het hoofd, praatte uit het hoofd, praatten uit het hoofd, uit het hoofd gepraat)
-
uit het hoofd praten
Konjugationen für uit het hoofd praten:
o.t.t.
- praat uit het hoofd
- praat uit het hoofd
- praat uit het hoofd
- praten uit het hoofd
- praten uit het hoofd
- praten uit het hoofd
o.v.t.
- praatte uit het hoofd
- praatte uit het hoofd
- praatte uit het hoofd
- praatten uit het hoofd
- praatten uit het hoofd
- praatten uit het hoofd
v.t.t.
- heb uit het hoofd gepraat
- hebt uit het hoofd gepraat
- heeft uit het hoofd gepraat
- hebben uit het hoofd gepraat
- hebben uit het hoofd gepraat
- hebben uit het hoofd gepraat
v.v.t.
- had uit het hoofd gepraat
- had uit het hoofd gepraat
- had uit het hoofd gepraat
- hadden uit het hoofd gepraat
- hadden uit het hoofd gepraat
- hadden uit het hoofd gepraat
o.t.t.t.
- zal uit het hoofd praten
- zult uit het hoofd praten
- zal uit het hoofd praten
- zullen uit het hoofd praten
- zullen uit het hoofd praten
- zullen uit het hoofd praten
o.v.t.t.
- zou uit het hoofd praten
- zou uit het hoofd praten
- zou uit het hoofd praten
- zouden uit het hoofd praten
- zouden uit het hoofd praten
- zouden uit het hoofd praten
en verder
- ben uit het hoofd gepraat
- bent uit het hoofd gepraat
- is uit het hoofd gepraat
- zijn uit het hoofd gepraat
- zijn uit het hoofd gepraat
- zijn uit het hoofd gepraat
diversen
- praat uit het hoofd!
- praatt uit het hoofd!
- uit het hoofd gepraat
- uit het hoofd pratend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Übersetzung Matrix für uit het hoofd praten:
Verb | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
quitar una cosa de la cabeza | uit het hoofd praten |
Wiktionary Übersetzungen für uit het hoofd praten:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• uit het hoofd praten | → disuadir | ↔ dissuade — convince not to try or do |