Übersicht
Niederländisch
Detailübersetzungen für te gronde richten (Niederländisch) ins Spanisch
te gronde richten:
-
te gronde richten (verwoesten; vernielen)
Konjugationen für te gronde richten:
o.t.t.
- richt te gronde
- richt te gronde
- richt te gronde
- richten te gronde
- richten te gronde
- richten te gronde
o.v.t.
- richtte te gronde
- richtte te gronde
- richtte te gronde
- richtten te gronde
- richtten te gronde
- richtten te gronde
v.t.t.
- heb te gronde gericht
- hebt te gronde gericht
- heeft te gronde gericht
- hebben te gronde gericht
- hebben te gronde gericht
- hebben te gronde gericht
v.v.t.
- had te gronde gericht
- had te gronde gericht
- had te gronde gericht
- hadden te gronde gericht
- hadden te gronde gericht
- hadden te gronde gericht
o.t.t.t.
- zal te gronde richten
- zult te gronde richten
- zal te gronde richten
- zullen te gronde richten
- zullen te gronde richten
- zullen te gronde richten
o.v.t.t.
- zou te gronde richten
- zou te gronde richten
- zou te gronde richten
- zouden te gronde richten
- zouden te gronde richten
- zouden te gronde richten
en verder
- ben te gronde gericht
- bent te gronde gericht
- is te gronde gericht
- zijn te gronde gericht
- zijn te gronde gericht
- zijn te gronde gericht
diversen
- richt te gronde!
- richtt te gronde!
- te gronde gericht
- te gronde richtend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze