Übersicht
Niederländisch nach Englisch:   mehr Daten
  1. verknocht:


Niederländisch

Detailübersetzungen für verknocht (Niederländisch) ins Englisch

verknocht:

verknocht Adjektiv

  1. verknocht (gehecht)
    attached; devoted; affectionate; close

Übersetzung Matrix für verknocht:

VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
close afsluiten; dichtdoen; dichten; dichtgaan; dichtmaken; dichtstoppen; dichtvallen; sluiten; stoppen; toedoen; toedraaien; toemaken; toetrekken; toevallen; zich sluiten
AdjectiveVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
affectionate gehecht; verknocht aanhankelijk; bemind; dierbaar; favoriete; geliefd; geselecteerd; hartelijk; lief; liefderijk; liefdevol; liefhebbend; lievelings; minnelijk; toegenegen; verkoren; vriendelijk
attached gehecht; verknocht aan elkaar zittend; aaneengehecht; aangevoegd; aanhankelijk; bijgaand; bijgesloten; bijgevoegd; gekoppeld; vastzittend; verbonden; verkleefd
devoted gehecht; verknocht aanhankelijk; toegedaan; toegewijd
AdverbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
close dichtbij; in de buurt; nabij; nabijgelegen; vlakbij
ModifierVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
close gehecht; verknocht bedompt; benauwd; drukkend; effen; egaal; eindig; gelijk; geslepen; glad; muf; plat; rakelings; strak; ternauwernood; vergankelijk; vlak; vlakuit; voorbijgaand

Verwandte Wörter für "verknocht":