Übersicht
Niederländisch nach Englisch: mehr Daten
- vastberadenheid:
- vastberaden:
-
Wiktionary:
- vastberadenheid → moxie
- vastberadenheid → purpose, resolution, spunk
- vastberaden → resolutely, determinedly
- vastberaden → purposeful
- vastberaden → purposeful
Niederländisch
Detailübersetzungen für vastberadenheid (Niederländisch) ins Englisch
vastberadenheid:
-
de vastberadenheid (standvastigheid; beslistheid)
-
de vastberadenheid (beslistheid; pertinentie; stelligheid)
-
de vastberadenheid
-
de vastberadenheid (zelfvertrouwen; zelfverzekerdheid; zekerheid; stelligheid)
the self-confidence
Übersetzung Matrix für vastberadenheid:
Verwandte Wörter für "vastberadenheid":
Wiktionary Übersetzungen für vastberadenheid:
vastberadenheid
noun
-
determination
-
state of being resolute
-
courage; spirit; mettle; determination
vastberaden:
-
vastberaden (gedecideerd; beslist; besluitvaardig; kordaat; resoluut)
determined; decided; decisive; resolute-
determined Adjektiv
-
decided Adjektiv
-
decisive Adjektiv
-
resolute Adjektiv
-
Übersetzung Matrix für vastberaden:
Adjective | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
decided | beslist; besluitvaardig; gedecideerd; kordaat; resoluut; vastberaden | |
decisive | beslist; besluitvaardig; gedecideerd; kordaat; resoluut; vastberaden | beslissend; daadkrachtig; doorslaggevend; dynamisch; energiek; ferm; kordaat; standvastig |
determined | beslist; besluitvaardig; gedecideerd; kordaat; resoluut; vastberaden | bepaald; bestand tegen; bestendig; een zekere; opgewassen tegen; vastbesloten |
resolute | beslist; besluitvaardig; gedecideerd; kordaat; resoluut; vastberaden | beslist; doortastend; ferm; kordaat; krachtdadig; krachtig; standvastig; vastbesloten |
Verwandte Wörter für "vastberaden":
Verwandte Definitionen für "vastberaden":
Wiktionary Übersetzungen für vastberaden:
vastberaden
Cross Translation:
adverb
vastberaden
-
zeker van wat te doen
- vastberaden → resolutely; determinedly
adjective
-
resolute
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• vastberaden | → purposeful | ↔ zielbewusst — genau wissend, was erreicht werden soll, und entsprechend handelnd |