Home ->Wörterbücher ->Niederländisch/Englisch ->übersetze tuit

übersetze tuit von Niederländische ins Englisch

Übersicht

Niederländisch nach Englisch: mehr Daten

tuit:
- spout; nose; flair
tuiten:
- nozzle; spout
- lip
Wiktionary:
- tuit → pout
- tuit → beak, pecker, bill, spout, nozzle, mouthpiece
- tuiten → pout
- tuiten → purr, hum, buzz, drone, whir

Niederländisch

Detailübersetzungen für tuit (Niederländisch) ins Englisch

tuit:

tuit [de ~] Nomen

de tuit
the spout; the nose; the flair
- spout [the ~] Nomen
- nose [the ~] Nomen
- flair [the ~] Nomen

Übersetzung Matrix für tuit:

Noun	Verwandte Übersetzungen	Weitere Übersetzungen
flair	tuit	appelkroontje; kroontje; speurzin
nose	tuit	appelkroontje; kroontje; neus; neus anatomie
spout	tuit	schenktuit
Verb	Verwandte Übersetzungen	Weitere Übersetzungen
nose		snuffelen
spout		met spuit een medicijn toedienen; spuien; spuiten; spurten; tuiten; uiten; uitspuiten

Verwandte Wörter für "tuit":

tuitten, tuiten, tuitje

Wiktionary Übersetzungen für tuit:

tuit

noun

facial expression
- pout → pruilmondje; tuit; tuitmondje

Cross Translation:

From	To	Via
• tuit	→ beak; pecker; bill	↔ Schnabel — Zoologie: das Mundwerkzeug bestimmter Tiere
• tuit	→ beak; bill; spout; nozzle; mouthpiece	↔ bec — Traductions à trier suivant le sens

tuit form of tuiten:

tuiten Verb (tuit, tuitte, tuitten, getuit)

tuiten
nozzle; to spout
- nozzle Verb
- spout Verb (spouts, spouted, spouting)

Konjugationen für tuiten:

o.t.t.

tuit
tuit
tuit
tuiten
tuiten
tuiten

o.v.t.

tuitte
tuitte
tuitte
tuitten
tuitten
tuitten

v.t.t.

heb getuit
hebt getuit
heeft getuit
hebben getuit
hebben getuit
hebben getuit

v.v.t.

had getuit
had getuit
had getuit
hadden getuit
hadden getuit
hadden getuit

o.t.t.t.

zal tuiten
zult tuiten
zal tuiten
zullen tuiten
zullen tuiten
zullen tuiten

o.v.t.t.

zou tuiten
zou tuiten
zou tuiten
zouden tuiten
zouden tuiten
zouden tuiten

en verder

ben getuit
bent getuit
is getuit
zijn getuit
zijn getuit
zijn getuit

diversen

tuit!
tuitt!
getuit
tuitend

1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

tuiten [de ~] Nomen, Plural

de tuiten (schenktuiten)
the lip
- lip [the ~] Nomen

Übersetzung Matrix für tuiten:

Noun	Verwandte Übersetzungen	Weitere Übersetzungen
lip	schenktuiten; tuiten	blikje; lip; mond
spout		schenktuit; tuit
Verb	Verwandte Übersetzungen	Weitere Übersetzungen
nozzle	tuiten
spout	tuiten	met spuit een medicijn toedienen; spuien; spuiten; spurten; uiten; uitspuiten

Verwandte Wörter für "tuiten":

tuit

Wiktionary Übersetzungen für tuiten:

tuiten

verb

push out one’s lips
- pout → pruilen; tuiten

Cross Translation:

From	To	Via
• tuiten	→ purr; hum; buzz; drone; whir	↔ ronronner — faire entendre les ronrons, émettre un ronflement sourd et continu, en parlant d'un chat ou d'un félin, qui exprime en général son contentement.