Übersicht
Niederländisch nach Englisch:   mehr Daten
  1. reisbegeleider:


Niederländisch

Detailübersetzungen für reisbegeleider (Niederländisch) ins Englisch

reisbegeleider:

reisbegeleider [znw.] Nomen

  1. reisbegeleider (gids)
    the guide; the host

Übersetzung Matrix für reisbegeleider:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
guide gids; reisbegeleider aanwijzing; begeleider; begeleidster; gids; handboek; hulplijn; leidsman; loods; reisgids; reisleider; reisleidster; richtlijn; rondleider
host gids; reisbegeleider café-eigenaar; gastheer; heerschaar; host; kroegbaas; legerschaar; presentator; waard
VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
guide begeleiden; in goede banen leiden; leiden; meevoeren; voeren