Übersicht
Niederländisch nach Englisch:   mehr Daten
  1. overbrieven:


Niederländisch

Detailübersetzungen für overbrieven (Niederländisch) ins Englisch

overbrieven:

overbrieven Verb (brief over, brieft over, briefde over, briefden over, overgebriefd)

  1. overbrieven (verklikken; uit de school klappen)
    to blab; to tell tales; to tattle
    • blab Verb (blabs, blabbed, blabbing)
    • tell tales Verb (tells tales, told tales, telling tales)
    • tattle Verb (tattles, tattled, tattling)

Konjugationen für overbrieven:

o.t.t.
  1. brief over
  2. brieft over
  3. brieft over
  4. brieven over
  5. brieven over
  6. brieven over
o.v.t.
  1. briefde over
  2. briefde over
  3. briefde over
  4. briefden over
  5. briefden over
  6. briefden over
v.t.t.
  1. heb overgebriefd
  2. hebt overgebriefd
  3. heeft overgebriefd
  4. hebben overgebriefd
  5. hebben overgebriefd
  6. hebben overgebriefd
v.v.t.
  1. had overgebriefd
  2. had overgebriefd
  3. had overgebriefd
  4. hadden overgebriefd
  5. hadden overgebriefd
  6. hadden overgebriefd
o.t.t.t.
  1. zal overbrieven
  2. zult overbrieven
  3. zal overbrieven
  4. zullen overbrieven
  5. zullen overbrieven
  6. zullen overbrieven
o.v.t.t.
  1. zou overbrieven
  2. zou overbrieven
  3. zou overbrieven
  4. zouden overbrieven
  5. zouden overbrieven
  6. zouden overbrieven
en verder
  1. is overgebriefd
  2. zijn overgebriefd
diversen
  1. brief over!
  2. brieft over!
  3. overgebriefd
  4. overbrievend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für overbrieven:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
tattle apekool; flauwekul; gebeuzel; geleuter; gezwam; gezwets; humbug; klets; kletskoek; kletspraat; kolder; kolderverhaal; kul; larie; nonsens; quatsch; rimram; waanzin
VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
blab overbrieven; uit de school klappen; verklikken babbelen; doorgeven; doorslaan; doorspelen; doorvertellen; flappen; kakelen; klappen; kletsen; kletspraat verkopen; klikken; kwebbelen; kwekken; kwetteren; kwijlen; lullen; praten; rondbrieven; rondvertellen; snateren; spreken; uitflappen; verklappen; verklikken; verlinken; verraden; wauwelen; zeveren; zwammen; zwetsen
tattle overbrieven; uit de school klappen; verklikken betrappen; snappen
tell tales overbrieven; uit de school klappen; verklikken brullen; huilen; janken; klikken; krijsen; verklappen