Niederländisch
Detailübersetzungen für opdringen (Niederländisch) ins Englisch
opdringen:
-
opdringen
Konjugationen für opdringen:
o.t.t.
- dring op
- dringt op
- dringt op
- dringen op
- dringen op
- dringen op
o.v.t.
- drong op
- drong op
- drong op
- drongen op
- drongen op
- drongen op
v.t.t.
- heb opgedrongen
- hebt opgedrongen
- heeft opgedrongen
- hebben opgedrongen
- hebben opgedrongen
- hebben opgedrongen
v.v.t.
- had opgedrongen
- had opgedrongen
- had opgedrongen
- hadden opgedrongen
- hadden opgedrongen
- hadden opgedrongen
o.t.t.t.
- zal opdringen
- zult opdringen
- zal opdringen
- zullen opdringen
- zullen opdringen
- zullen opdringen
o.v.t.t.
- zou opdringen
- zou opdringen
- zou opdringen
- zouden opdringen
- zouden opdringen
- zouden opdringen
en verder
- ben opgedrongen
- bent opgedrongen
- is opgedrongen
- zijn opgedrongen
- zijn opgedrongen
- zijn opgedrongen
diversen
- dring op!
- dringt op!
- opgedrongen
- opdringend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
-
opdringen (forceren)
Übersetzung Matrix für opdringen:
Noun | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
force | forceren; opdringen | aandrijfkracht; aandrijving; drijfkracht; geweld; heir; kracht; krijgsmacht; leger; legermacht; macht; mankracht; motor; strijdmacht; stuwkracht; troepenmacht; vermogen |
pressing on | forceren; opdringen | |
Verb | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
force | opdringen | bevelen; commanderen; decreteren; doordrijven; dwingen; dwingen te doen; forceren; gebieden; gelasten; noodzaken tot; opdragen; verordenen; verordonneren |
Wiktionary Übersetzungen für opdringen:
opdringen
Cross Translation:
verb
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• opdringen | → force; coerce; constrain; thrust; assert | ↔ contraindre — obliger quelqu’un par force, par violence ou par quelque grave considération, à faire quelque chose contre son gré. |
• opdringen | → impose; impose upon; force; coerce; thrust; assert; put on; apply; tax; mandate; necessitate; oblige; inflict | ↔ imposer — Traductions à trier suivant le sens |