Übersicht
Niederländisch nach Englisch:   mehr Daten
  1. meeslepend:
  2. meeslepen:
  3. Wiktionary:


Niederländisch

Detailübersetzungen für meeslepend (Niederländisch) ins Englisch

meeslepend:

meeslepend Adjektiv

  1. meeslepend (sensationeel; spannend; adembenemend; )
    thrilling; sensational; stunning; stirring; touching; moving
  2. meeslepend (zeer boeiend)

Übersetzung Matrix für meeslepend:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
touching aanraken; aftikken; raken; treffen
AdjectiveVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
fascinating meeslepend; zeer boeiend aangrijpend; boeiend; boeiende; fascinerend; fascinerende; integrerend; pakkend
moving adembenemend; boeiend; meeslepend; opwindend; pakkend; sensationeel; spannend; zinderend aangrijpend; bezielend; boeiend; emotioneel; hartroerend; hartveroverend; inspirerend; ontroerend; pakkend; roerend
sensational adembenemend; boeiend; meeslepend; opwindend; pakkend; sensationeel; spannend; zinderend aandachttrekkend; geruchtmakend; opzienbarend
stirring adembenemend; boeiend; meeslepend; opwindend; pakkend; sensationeel; spannend; zinderend aangrijpend; bezielend; boeiend; emotioneel; hartroerend; hartveroverend; inspirerend; ontroerend; pakkend; roerend
stunning adembenemend; boeiend; meeslepend; opwindend; pakkend; sensationeel; spannend; zinderend aandachttrekkend; beeldschoon; geruchtmakend; opzienbarend
thrilling adembenemend; boeiend; meeslepend; opwindend; pakkend; sensationeel; spannend; zinderend aangrijpend; boeiend; emotioneel; hartroerend; hartveroverend; ontroerend; pakkend; roerend; spannende; zinderende
touching adembenemend; boeiend; meeslepend; opwindend; pakkend; sensationeel; spannend; zinderend aandoenlijk; aandoenlijke; aangrijpend; boeiend; emotioneel; hartroerend; hartveroverend; ontroerend; pakkend; roerend

Verwandte Wörter für "meeslepend":

  • meeslependheid, meeslepender, meeslependere, meeslependst, meeslependste

meeslepend form of meeslepen:

meeslepen Verb (sleep mee, sleept mee, sleepte mee, sleepten mee, meegesleept)

  1. meeslepen (meetronen; meetrekken; meesleuren)
    to drag along; to pull along; to carry before it
    • drag along Verb (drags along, dragged along, dragging along)
    • pull along Verb (pulls along, pulled along, pulling along)
    • carry before it Verb (carry before it, carried before it, carrying before it)

Konjugationen für meeslepen:

o.t.t.
  1. sleep mee
  2. sleept mee
  3. sleept mee
  4. slepen mee
  5. slepen mee
  6. slepen mee
o.v.t.
  1. sleepte mee
  2. sleepte mee
  3. sleepte mee
  4. sleepten mee
  5. sleepten mee
  6. sleepten mee
v.t.t.
  1. heb meegesleept
  2. hebt meegesleept
  3. heeft meegesleept
  4. hebben meegesleept
  5. hebben meegesleept
  6. hebben meegesleept
v.v.t.
  1. had meegesleept
  2. had meegesleept
  3. had meegesleept
  4. hadden meegesleept
  5. hadden meegesleept
  6. hadden meegesleept
o.t.t.t.
  1. zal meeslepen
  2. zult meeslepen
  3. zal meeslepen
  4. zullen meeslepen
  5. zullen meeslepen
  6. zullen meeslepen
o.v.t.t.
  1. zou meeslepen
  2. zou meeslepen
  3. zou meeslepen
  4. zouden meeslepen
  5. zouden meeslepen
  6. zouden meeslepen
en verder
  1. ben meegesleept
  2. bent meegesleept
  3. is meegesleept
  4. zijn meegesleept
  5. zijn meegesleept
  6. zijn meegesleept
diversen
  1. sleep mee!
  2. sleept mee!
  3. meegesleept
  4. meeslepend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für meeslepen:

VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
carry before it meeslepen; meesleuren; meetrekken; meetronen
drag along meeslepen; meesleuren; meetrekken; meetronen trekken; voorttrekken
pull along meeslepen; meesleuren; meetrekken; meetronen slepen

Wiktionary Übersetzungen für meeslepen:

meeslepen
verb
  1. move someone to strong emotion