Übersicht
Niederländisch nach Englisch:   mehr Daten
  1. geworteld:
  2. wortelen:
  3. Wiktionary:


Niederländisch

Detailübersetzungen für geworteld (Niederländisch) ins Englisch

geworteld:

geworteld Adjektiv

  1. geworteld (als met wortels ingegroeid; vastgegroeid; verstokt; ingeworteld)
    ingrained
    – (used especially of ideas or principles) deeply rooted; firmly fixed or held 1
    • ingrained Adjektiv
      • ingrained habits of a lifetime1

Übersetzung Matrix für geworteld:

AdjectiveVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
deep-seated als met wortels ingegroeid; geworteld; ingeworteld; vastgegroeid; verstokt diep; diepgeworteld; diepliggend
entrenched als met wortels ingegroeid; geworteld; ingeworteld; vastgegroeid; verstokt
incorrigible als met wortels ingegroeid; geworteld; ingeworteld; vastgegroeid; verstokt onverbeterlijk
ingrained als met wortels ingegroeid; geworteld; ingeworteld; vastgegroeid; verstokt diepgeworteld
rooted als met wortels ingegroeid; geworteld; ingeworteld; vastgegroeid; verstokt
ModifierVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
inveterate als met wortels ingegroeid; geworteld; ingeworteld; vastgegroeid; verstokt onverbeterlijk

Wiktionary Übersetzungen für geworteld:

geworteld
adjective
  1. -

geworteld form of wortelen:

wortelen Verb (wortel, wortelt, wortelde, wortelden, geworteld)

  1. wortelen (wortel schieten; vastgroeien)
    to root; to be rooted; to take root
    • root Verb (roots, rooted, rooting)
    • be rooted Verb (is rooted, being rooted)
    • take root Verb (takes root, took root, taking root)

Konjugationen für wortelen:

o.t.t.
  1. wortel
  2. wortelt
  3. wortelt
  4. wortelen
  5. wortelen
  6. wortelen
o.v.t.
  1. wortelde
  2. wortelde
  3. wortelde
  4. wortelden
  5. wortelden
  6. wortelden
v.t.t.
  1. ben geworteld
  2. bent geworteld
  3. is geworteld
  4. zijn geworteld
  5. zijn geworteld
  6. zijn geworteld
v.v.t.
  1. was geworteld
  2. was geworteld
  3. was geworteld
  4. waren geworteld
  5. waren geworteld
  6. waren geworteld
o.t.t.t.
  1. zal wortelen
  2. zult wortelen
  3. zal wortelen
  4. zullen wortelen
  5. zullen wortelen
  6. zullen wortelen
o.v.t.t.
  1. zou wortelen
  2. zou wortelen
  3. zou wortelen
  4. zouden wortelen
  5. zouden wortelen
  6. zouden wortelen
diversen
  1. wortel!
  2. wortelt!
  3. geworteld
  4. wortelend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für wortelen:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
root hoofdmap
VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
be rooted vastgroeien; wortel schieten; wortelen
root vastgroeien; wortel schieten; wortelen doorwroeten; graaien; grijpen; grissen; jatten; pikken; snaaien; wegkapen; woelen; wroeten; wroetend onderzoeken; wurmen
take root vastgroeien; wortel schieten; wortelen postvatten

Verwandte Wörter für "wortelen":