Übersicht
Niederländisch nach Englisch:   mehr Daten
  1. economisch:
  2. Wiktionary:


Niederländisch

Detailübersetzungen für economisch (Niederländisch) ins Englisch

economisch:

economisch Adjektiv

  1. economisch (betrekking hebbend op economie)
  2. economisch (spaarzaam; zuinig; zuinigjes)
    sparing; thrifty; frugal; economical

Übersetzung Matrix für economisch:

AdjectiveVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
economic betrekking hebbend op economie; economisch
economical betrekking hebbend op economie; economisch; spaarzaam; zuinig; zuinigjes
frugal economisch; spaarzaam; zuinig; zuinigjes eenvoudig; frugaal; matig; onvolwaardig; sober
sparing economisch; spaarzaam; zuinig; zuinigjes
thrifty economisch; spaarzaam; zuinig; zuinigjes
- efficiënt
AdverbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
economically betrekking hebbend op economie; economisch

Verwandte Wörter für "economisch":

  • economische

Synonyms for "economisch":


Verwandte Definitionen für "economisch":

  1. met zo weinig mogelijk geld of tijd en zoveel mogelijk resultaat1
    • we moeten economisch met onze voorraad koffie omgaan1
  2. wat te maken heeft met de inkomsten en uitgaven van een land1
    • de regering neemt economische maatregelen1

Wiktionary Übersetzungen für economisch:

economisch
adjective
  1. betreffende economie
economisch
adjective
  1. relating to economy
  2. pertaining to an economy
  3. frugal; economical; not extravagant

Verwandte Übersetzungen für economisch