Home ->Wörterbücher ->Niederländisch/Englisch ->übersetze breekbaar

übersetze breekbaar von Niederländische ins Englisch

Übersicht

Niederländisch nach Englisch: mehr Daten

breekbaar:
- vulnerable; fragile; delicate; tender; frail
Wiktionary:
- breekbaar → defeasible, brittle

Niederländisch

Detailübersetzungen für breekbaar (Niederländisch) ins Englisch

breekbaar:

breekbaar Adjektiv

breekbaar (kwetsbaar; zwak; fragiel; broos; teer)
vulnerable; fragile; delicate; tender; frail
- vulnerable Adjektiv
- fragile Adjektiv
- delicate Adjektiv
- tender Adjektiv
- frail Adjektiv
breekbaar (teer; delicaat; kwetsbaar; teder; frèle; tenger; fijngevoelig; fijn; broos; fragiel; iel; zwak)
fragile; tender; delicate; frail
- fragile Adjektiv
- tender Adjektiv
- delicate Adjektiv
- frail Adjektiv

Übersetzung Matrix für breekbaar:

Noun	Verwandte Übersetzungen	Weitere Übersetzungen
tender		aanbesteding; betalingsmethode; kolenkar; kolenwagen; tender
Adjective	Verwandte Übersetzungen	Weitere Übersetzungen
delicate	breekbaar; broos; delicaat; fijn; fijngevoelig; fragiel; frèle; iel; kwetsbaar; teder; teer; tenger; zwak	delicaat; dun; fijn; fijn van smaak; fijne; fijngebouwd; fijngevoelig; fijnzinnig; hachelijk; heerlijk van eten; kritiek; kwetsbaar; lastig; lichtgebouwd; netelig; niet schikkend; penibel; precair; rank; slank; slank en smal; storend; teer; teerbesnaard; teergevoelig; tenger
fragile	breekbaar; broos; delicaat; fijn; fijngevoelig; fragiel; frèle; iel; kwetsbaar; teder; teer; tenger; zwak	kwetsbaar; slap; teer; zwak
frail	breekbaar; broos; delicaat; fijn; fijngevoelig; fragiel; frèle; iel; kwetsbaar; teder; teer; tenger; zwak	bleekjes; onsolide; pips; slap; slapjes; wee; ziekelijk; zwak
tender	breekbaar; broos; delicaat; fijn; fijngevoelig; fragiel; frèle; iel; kwetsbaar; teder; teer; tenger; zwak	fijngevoelig; fijnzinnig; mals; murw; teerbesnaard; teergevoelig
vulnerable	breekbaar; broos; fragiel; kwetsbaar; teer; zwak

Verwandte Wörter für "breekbaar":

breekbaarheid, breekbare

Wiktionary Übersetzungen für breekbaar:

breekbaar

adjective

capable of being defeated, invalidated, …
- defeasible → breekbaar; annulleerbaar; overwinnelijk
apt to break or crumble when bending
- brittle → breekbaar

Computerübersetzung von Drittern: