Übersicht
Niederländisch
Detailübersetzungen für bedoezeld (Niederländisch) ins Englisch
bedoezeld:
Übersetzung Matrix für bedoezeld:
bedoezeld form of bedoezelen:
-
bedoezelen
Konjugationen für bedoezelen:
o.t.t.
- bedoezel
- bedoezelt
- bedoezelt
- bedoezelen
- bedoezelen
- bedoezelen
o.v.t.
- bedoezelde
- bedoezelde
- bedoezelde
- bedoezelden
- bedoezelden
- bedoezelden
v.t.t.
- heb bedoezeld
- hebt bedoezeld
- heeft bedoezeld
- hebben bedoezeld
- hebben bedoezeld
- hebben bedoezeld
v.v.t.
- had bedoezeld
- had bedoezeld
- had bedoezeld
- hadden bedoezeld
- hadden bedoezeld
- hadden bedoezeld
o.t.t.t.
- zal bedoezelen
- zult bedoezelen
- zal bedoezelen
- zullen bedoezelen
- zullen bedoezelen
- zullen bedoezelen
o.v.t.t.
- zou bedoezelen
- zou bedoezelen
- zou bedoezelen
- zouden bedoezelen
- zouden bedoezelen
- zouden bedoezelen
diversen
- bedoezel!
- bedoezelt!
- bedoezeld
- bedoezelende
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Übersetzung Matrix für bedoezelen:
Noun | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
dim | deemstering; halfdonker; schemer; schemerdonker; schemeren; schemering; schemerlicht | |
Verb | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
blur | bedoezelen | achterhouden; bedekken; bemantelen; camoufleren; hullen; in omgeving op laten gaan; inhullen; maskeren; omhullen; verbergen; verduisteren; verheimelijken; verhullen; versluieren; verstoppen; wegstoppen |
dim | bedoezelen | dimmen |
slur | bedoezelen | |
Adjective | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
dim | bleek; flauw; flets; laf; mistig; nevelachtig; onduidelijk; onhelder; schemerachtig; schemerig; schimmig; vaag; vagelijk; verschoten; wazig; zonder zout; zoutloos | |
fuzzy | doezelig; donzig; pluizig; soezerig; suf; vaag; verward | |
Other | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
fuzzy | bedoezelen |