"afvliegen" übersetzt von Niederländische ins Englisch--Interglot

Übersicht

Niederländisch nach Englisch: mehr Daten

afvliegen:
- burst off; spatter off; crack off; fly off; fly away; fly out
- disappear; fly away

Niederländisch

Detailübersetzungen für afvliegen (Niederländisch) ins Englisch

afvliegen (afspatten; afspringen)
to burst off; spatter off; to crack off; to fly off
- burst off Verb (bursts off, bursted off, bursting off)
- spatter off Verb
- crack off Verb (cracks off, cracked off, cracking off)
- fly off Verb (flies off, flew off, flying off)
afvliegen (wegvliegen; opstijgen)
to fly off; to fly away; to fly out
- fly off Verb (flies off, flew off, flying off)
- fly away Verb (flies away, flew away, flying away)
- fly out Verb (flies out, flew out, flying out)

1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

afvliegen (wegvliegen)
the disappear; the fly away
- disappear [the ~] Nomen
- fly away [the ~] Nomen

Noun	Verwandte Übersetzungen	Weitere Übersetzungen
disappear	afvliegen; wegvliegen
fly away	afvliegen; wegvliegen
Verb	Verwandte Übersetzungen	Weitere Übersetzungen
burst off	afspatten; afspringen; afvliegen
crack off	afspatten; afspringen; afvliegen
disappear		verdwijnen
fly away	afvliegen; opstijgen; wegvliegen	verwaaien; wegstuiven; wegwaaien
fly off	afspatten; afspringen; afvliegen; opstijgen; wegvliegen
fly out	afvliegen; opstijgen; wegvliegen	uitvliegen
spatter off	afspatten; afspringen; afvliegen