Home ->Wörterbücher ->Niederländisch/Englisch ->Suche: zitten

Niederländische und englische Suchergebnisse für: zitten

Übersicht
Niederländisch nach Englisch:   mehr Daten
  1. zitten:
  2. zit:
  3. Wiktionary:

Niederländisch

Detailübersetzungen für zitten (Niederländisch) ins Englisch

zitten:

zitten Verb (zit, zat, zaten, gezeten)

  1. zitten
    sitting
  2. zitten
    to sit; to sit down
    – be seated 1
    • sit Verb (sits, sat, sitting)
    • sit down Verb (sits down, sat down, sitting down)

Konjugationen für zitten:

o.t.t.
  1. zit
  2. zit
  3. zit
  4. zitten
  5. zitten
  6. zitten
o.v.t.
  1. zat
  2. zat
  3. zat
  4. zaten
  5. zaten
  6. zaten
v.t.t.
  1. heb gezeten
  2. hebt gezeten
  3. heeft gezeten
  4. hebben gezeten
  5. hebben gezeten
  6. hebben gezeten
v.v.t.
  1. had gezeten
  2. had gezeten
  3. had gezeten
  4. hadden gezeten
  5. hadden gezeten
  6. hadden gezeten
o.t.t.t.
  1. zal zitten
  2. zult zitten
  3. zal zitten
  4. zullen zitten
  5. zullen zitten
  6. zullen zitten
o.v.t.t.
  1. zou zitten
  2. zou zitten
  3. zou zitten
  4. zouden zitten
  5. zouden zitten
  6. zouden zitten
diversen
  1. zit!
  2. zit!
  5. gezeten
  6. zittend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für zitten:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
sit duur; zit
sitting broeden; gebroed; seance; sessie
VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
sit zitten
sit down zitten gaan zitten; plaatsnemen; zich neerzetten; zich zetten
sitting zitten
- bevinden; ophouden
AdjectiveVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
sitting gezeten; verblijvend; zittend

Verwandte Wörter für "zitten":


Synonyms for "zitten":


Verwandte Definitionen für "zitten":

  1. daar zijn2
    • hij zit boven2
  2. ermee bezigzijn2
    • hij zit te kleuren2
  3. iets wat daar is2
    • er zit een vlek op je broek2
  4. in die toestand zijn2
    • hij zit in spanning2
  5. op je billen rusten2
    • hij zit in de grote stoel2
  6. passen2
    • dat jasje zit goed2

Wiktionary Übersetzungen für zitten:

zitten
verb
  1. op het zitvlak rusten
    • zitten → sit
zitten
verb
  1. be in jail
  2. occupy a place
  3. of a person, be in a position in which the upper body is upright and the legs are supported
  4. -
  5. to exist
Cross Translation:
FromToVia
• zitten → sit down ↔ setzen — (reflexiv) sich selbst in eine sitzende Position bringen
• zitten → ask ↔ poser — placer, mettre sur quelque chose.

zit:

zit [de ~ (m)] Nomen

  1. de zit (duur)
    the sit; that was a long sit
  2. de zit (ruiter)
    the seat; the he has a good seat
  3. de zit (comfort)
    the seat; comfortable seat

Übersetzung Matrix für zit:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
he has a good seat ruiter; zit
seat comfort; ruiter; zit bank; bril; voorbank; zetel; zitbank; zitplaats
sit duur; zit
VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
sit zitten
Not SpecifiedVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
comfortable seat comfort; zit
that was a long sit duur; zit

Verwandte Wörter für "zit":


Verwandte Übersetzungen für zitten



Englisch

Detailübersetzungen für zitten (Englisch) ins Niederländisch







Kostenfreie, schnelle Übersetzungen

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Seite gezeigt in 0.0397 Sekunden
Seite aufgebaut in 1.0 Sekunden