Übersicht
Niederländisch nach Englisch:   mehr Daten
  1. overtuigd:
  2. overtuigen:
  3. Wiktionary:
  4. User Contributed Translations for overtuigd:
    • conveyed


Niederländisch

Detailübersetzungen für overtuigd (Niederländisch) ins Englisch

overtuigd:

overtuigd Adjektiv

  1. overtuigd
    convinced

Übersetzung Matrix für overtuigd:

AdjectiveVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
convinced overtuigd

Wiktionary Übersetzungen für overtuigd:

overtuigd
adjective
  1. holding tenaciously to an opinion or purpose

overtuigen:

overtuigen Verb (overtuig, overtuigt, overtuigde, overtuigden, overtuigd)

  1. overtuigen (overreden; overhalen; ompraten)
    to convince; to persuade; get around; to bring around

Konjugationen für overtuigen:

o.t.t.
  1. overtuig
  2. overtuigt
  3. overtuigt
  4. overtuigen
  5. overtuigen
  6. overtuigen
o.v.t.
  1. overtuigde
  2. overtuigde
  3. overtuigde
  4. overtuigden
  5. overtuigden
  6. overtuigden
v.t.t.
  1. heb overtuigd
  2. hebt overtuigd
  3. heeft overtuigd
  4. hebben overtuigd
  5. hebben overtuigd
  6. hebben overtuigd
v.v.t.
  1. had overtuigd
  2. had overtuigd
  3. had overtuigd
  4. hadden overtuigd
  5. hadden overtuigd
  6. hadden overtuigd
o.t.t.t.
  1. zal overtuigen
  2. zult overtuigen
  3. zal overtuigen
  4. zullen overtuigen
  5. zullen overtuigen
  6. zullen overtuigen
o.v.t.t.
  1. zou overtuigen
  2. zou overtuigen
  3. zou overtuigen
  4. zouden overtuigen
  5. zouden overtuigen
  6. zouden overtuigen
en verder
  1. ben overtuigd
  2. bent overtuigd
  3. is overrtuigd
  4. zijn overtuigd
  5. zijn overtuigd
  6. zijn overtuigd
diversen
  1. overtuig!
  2. overtuigt!
  3. overtuigd
  4. overtuigend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für overtuigen:

VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
bring around ompraten; overhalen; overreden; overtuigen aanleveren; afleveren; bestellen; bezorgen; brengen; leveren; overhandigen; rondbrengen; thuisbezorgen; toeleveren; tot bewustzijn brengen
convince ompraten; overhalen; overreden; overtuigen
get around ompraten; overhalen; overreden; overtuigen
persuade ompraten; overhalen; overreden; overtuigen

Verwandte Definitionen für "overtuigen":

  1. duidelijk maken dat het waar is1
    • tenslotte heb ik hem overtuigd1
  2. erachter komen dat het zo is1
    • ik overtuigde mij ervan dat de deur dicht was1

Wiktionary Übersetzungen für overtuigen:

overtuigen
verb
  1. een denkbeeld doen aanvaarden
overtuigen
verb
  1. to make someone believe, or feel sure about something
  2. convince

Cross Translation:
FromToVia
overtuigen convince; persuade convaincre — Amener quelqu'un, par le raisonnement, à croire quelque chose

Verwandte Übersetzungen für overtuigd