Übersicht
Niederländisch nach Englisch:   mehr Daten
  1. verfijnen:
  2. Wiktionary:


Niederländisch

Detailübersetzungen für verfijnen (Niederländisch) ins Englisch

verfijnen:

verfijnen Verb (verfijn, verfijnt, verfijnde, verfijnden, verfijnd)

  1. verfijnen (veredelen)
    to refine; to ennoble
    • refine Verb (refines, refined, refining)
    • ennoble Verb (ennobles, ennobled, ennobling)

Konjugationen für verfijnen:

o.t.t.
  1. verfijn
  2. verfijnt
  3. verfijnt
  4. verfijnen
  5. verfijnen
  6. verfijnen
o.v.t.
  1. verfijnde
  2. verfijnde
  3. verfijnde
  4. verfijnden
  5. verfijnden
  6. verfijnden
v.t.t.
  1. heb verfijnd
  2. hebt verfijnd
  3. heeft verfijnd
  4. hebben verfijnd
  5. hebben verfijnd
  6. hebben verfijnd
v.v.t.
  1. had verfijnd
  2. had verfijnd
  3. had verfijnd
  4. hadden verfijnd
  5. hadden verfijnd
  6. hadden verfijnd
o.t.t.t.
  1. zal verfijnen
  2. zult verfijnen
  3. zal verfijnen
  4. zullen verfijnen
  5. zullen verfijnen
  6. zullen verfijnen
o.v.t.t.
  1. zou verfijnen
  2. zou verfijnen
  3. zou verfijnen
  4. zouden verfijnen
  5. zouden verfijnen
  6. zouden verfijnen
diversen
  1. verfijn!
  2. verfijnt!
  3. verfijnd
  4. verfijnend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für verfijnen:

VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
ennoble veredelen; verfijnen in zedelijk opzicht zuiveren; klaren; kuisen; louteren; reinigen
refine veredelen; verfijnen bijschaven; in zedelijk opzicht zuiveren; klaren; kuisen; louteren; perfectioneren; raffineren; reinigen

Wiktionary Übersetzungen für verfijnen:

verfijnen
verb
  1. fijner of gevoeliger maken
verfijnen
verb
  1. to make more acute, intense or effective
  2. -