Zwenken: niederländische und englische Suchergebnisse gefunden im Interglot Wörterbuch

Remove Ads

Übersicht

Niederländisch nach Englisch: mehr Daten

zwenken:
- swing; turn; veer; dangle; oscillate; swing to and fro; rock; turn off; move out of the way
- turning; swinging rounds; turnarounds; turnabouts
Wiktionary:
- zwenken → slew, wave
- zwenken → return, turn over, turn around, turn round, inside out, turn, revolve, whirl, relay, resend, send back, blend, mingle, mix, shuffle, invert, reverse

Niederländisch

Detailübersetzungen für zwenken (Niederländisch) ins Englisch

zwenken:

zwenken Verb (zwenk, zwenkt, zwenkte, zwenkten, gezwenkt)

zwenken (draaien; wenden)
to swing; to turn; to veer
- swing Verb (swings, swung, swinging)
- turn Verb (turns, turned, turning)
- veer Verb (veers, veered, veering)
zwenken (slingeren; zwaaien; heen en weer zwaaien)
to swing; to dangle; to oscillate; to swing to and fro; to rock
- swing Verb (swings, swung, swinging)
- dangle Verb (dangles, dangled, dangling)
- oscillate Verb (oscillates, oscillated, oscillating)
- swing to and fro Verb (swings to and fro, swung to and fro, swinging to and fro)
- rock Verb (rocks, rocked, rocking)
zwenken (afzwenken)
to turn off
- turn off Verb (turns off, turned off, turning off)
zwenken (opzij gaan; uitwijken)
move out of the way
- move out of the way Verb

Konjugationen für zwenken:

o.t.t.

zwenk
zwenkt
zwenkt
zwenken
zwenken
zwenken

o.v.t.

zwenkte
zwenkte
zwenkte
zwenkten
zwenkten
zwenkten

v.t.t.

heb gezwenkt
hebt gezwenkt
heeft gezwenkt
hebben gezwenkt
hebben gezwenkt
hebben gezwenkt

v.v.t.

had gezwenkt
had gezwenkt
had gezwenkt
hadden gezwenkt
hadden gezwenkt
hadden gezwenkt

o.t.t.t.

zal zwenken
zult zwenken
zal zwenken
zullen zwenken
zullen zwenken
zullen zwenken

o.v.t.t.

zou zwenken
zou zwenken
zou zwenken
zouden zwenken
zouden zwenken
zouden zwenken

diversen

zwenk!
zwenkt!
gezwenkt
zwenkend

1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

zwenken [het ~] Nomen

het zwenken (draaien)
the turning; the swinging rounds; the turnarounds; the turnabouts
- turning [the ~] Nomen
- swinging rounds [the ~] Nomen
- turnarounds [the ~] Nomen
- turnabouts [the ~] Nomen

Übersetzung Matrix für zwenken:

Noun	Verwandte Übersetzungen	Weitere Übersetzungen
rock		gesteente; kei; klip; rif; rock; rolsteen; rots; rotsblok; rotswand; scheer; steen; uitstekende rots
swing		schommel; slingerende beweging; slingering; zwaai
swinging rounds	draaien; zwenken
turn		beurt; bocht; draai; haspel; keer; keerpunt; kentering; klos; kromming; kromte; omdraaiing; ommekeer; ommezwaai; omwenteling; richtingsverandering; rondje; spelletje; spoel; verandering; wending; werktuig om garen te winden; winder; winding; zwenking
turnabouts	draaien; zwenken	zwenkingen
turnarounds	draaien; zwenken
turning	draaien; zwenken	zwenkingen
Verb	Verwandte Übersetzungen	Weitere Übersetzungen
dangle	heen en weer zwaaien; slingeren; zwaaien; zwenken	bengelen; bungelen; slingeren
move out of the way	opzij gaan; uitwijken; zwenken
oscillate	heen en weer zwaaien; slingeren; zwaaien; zwenken	oscilleren
rock	heen en weer zwaaien; slingeren; zwaaien; zwenken	heen en weer zwaaien; hobbelen; schommelen; schuddend op en neer gaan; slingeren; stoten; wiebelen; wiegen
swing	draaien; heen en weer zwaaien; slingeren; wenden; zwaaien; zwenken	bengelen; heen en weer zwaaien; schommelen; slingeren; wiebelen; wiegen
swing to and fro	heen en weer zwaaien; slingeren; zwaaien; zwenken
turn	draaien; wenden; zwenken	afslaan; draaien; iets omdraaien; kantelen; kenteren; keren; ombladeren; omdraaien; omkeren; omslaan; omtrekken; omwenden; rollen; ronddraaien; rondtollen; roteren; tollen; verbitteren; vergrammen; wenden; wentelen
turn off	afzwenken; zwenken	afdraaien; afzetten; dichtdraaien; stilzetten; stoppen; toedraaien; tot stilstand brengen; uitdoen; uitmaken; uitschakelen; uitzetten
veer	draaien; wenden; zwenken
Modifier	Verwandte Übersetzungen	Weitere Übersetzungen
turning		draaiende

Wiktionary Übersetzungen für zwenken:

zwenken

verb

to veer a vehicle
- slew → zwenken
to move back and forth repeatedly
- wave → zwaaien; zwenken; wapperen

Cross Translation:

From	To	Via
• zwenken	→ return; turn over; turn around; turn round; inside out; turn; revolve; whirl; relay; resend; send back; blend; mingle; mix; shuffle; invert; reverse	↔ retourner — aller de nouveau en un lieu.

Computerübersetzung von Drittern: